duurzame transport.jpg Het is voor een gezonde planeet heel belangrijk dat de CO2-uitstoot fors vermindert.

Achtergrond

Gedrag, de juiste voorlichting en communicatie zijn essentieel

AMSTERDAM – Het heffen van statiegeld op blikjes en plastic flessen lijkt vooralsnog meer problemen te geven dan oplossingen. De impact op de vermindering van CO2-uitstoot is klein te noemen. Dit komt voor een groot deel doordat het gedrag van de consument niet zichtbaar is veranderd. Gedrag, betere voorlichting en goede communicatie zijn noodzakelijk om de impact te vergroten, zo vindt Walther Ploos van Amstel, lector in City Logistics aan de Hogeschool van Amsterdam. Levensmiddelenkrant vraagt hem welke valkuilen er nog meer zijn bij de verduurzaming van verpakkingen voor de supplychain.

Nanja Pol |

Supermarkten doen flink hun best om te verduurzamen. Ook bij het transport van goederen kijkt de levensmiddelenbranche naar de mogelijkheid om de CO2-uitstoot terug te dringen. Daar is meer voor nodig dan bijvoorbeeld emissievrije vrachtwagens. Wat de uitdagingen zijn voor de supplychain, legt de lector uit aan de hand van de drie te nemen stappen die nodig zijn bij het verduurzamen. Ploos van Amstel: “De stappen zijn op te delen in primaire verpakking, secundaire verpakking en transportsverpakking. Ten eerste wordt er gekeken naar de recyclebaarheid van verpakkingen. Ten tweede wordt er gekeken naar de besparing op omdozen en de mogelijkheid om minder karton te gebruiken. Is er bijvoorbeeld een andere manier van verpakken mogelijk? De derde zit hem in het transport, zoals het gebruik van wikkelfolies, herbruikbaar fust, de trolleys en plastic herbruikbare pallets.”

Centraal Bureau Levensmiddelenhandel
Verduurzaming in de supplychain is niet nieuw, er wordt al lange tijd aan gewerkt. Zo noemt Ploos van Amstel verpakkingen van dranken die per tray al recyclebaar zijn. Dit is slechts één voorbeeld van maatregelen om te verduurzamen in de branche. Het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) heeft samen met de aangesloten supermarkten doelen gesteld voor onder meer het reduceren van verpakkingsmateriaal. De organisatie wil met haar leden in 2025 20% minder verpakkingsmateriaal in de supermarkten. Dan moet ook 95 procent van het verpakkingsmateriaal recyclebaar zijn. In 2022 kwam dat uit op een totaal van 650.000 ton aan verpakkingen, wat neerkomt op 30.000 volle vrachtwagens aan kunststof, glas, papier en karton. Ook internationaal wordt er samengewerkt aan terugdringing binnen de branche door supermarkten en producenten.

Lastig dilemma
De plastic zakjes zijn bij verschillende supermarkten van de groenteafdeling verdwenen. Het gevolg daarvan is dat er agf-artikelen voorverpakt worden bij de producent of leverancier. En dat geeft toch ook weer meer afval. De klant kan nu vaker niet zelf uitmaken hoeveel hij of zij koopt en dat werkt derving in de hand. “Nu moet ik vier voorverpakte appels kopen terwijl ik er misschien maar twee wil.” Ook hier bepaalt het gedrag van de consument de duurzaamheid. Ploos van Amstel benadrukt: “Gedrag, de juiste voorlichting en communicatie zijn essentieel bij de vraag wat je met verpakkingen kunt doen.”

emmer met recycleflessen.jpg Plastic flesjes worden soms nog weggegooid, niet in de laatste plaats omdat er weinig innamepunten zijn buiten supermarkten.

Verpakkingen zijn heel belangrijk
We zijn er nog lang niet. Verduurzaming vergt tijd en inspanning van alle schakels in de keten. Ploos van Amstel: “De logistieke concurrentie is niet nodig en achterhaald. Onderlinge duurzame samenwerking door middel van kennisdeling bij bedrijven en instanties is belangrijk. Bestaande kennis van verschillende instituten moet uitgerold en gebundeld worden.” Innovaties in recyclingsprocessen die de verduurzaming ten goede komen, zijn de verantwoordelijkheid van zowel de verpakkingsindustrie als de sorteerders en recyclers. Maar ook bij de supermarkten en de consument. Want wat doet die laatste met de verpakking thuis? De CO2 -uitstoot in de supermarktketen zelf is slechts 7% van de totale CO2-uitstoot. En daarvan is verpakking slechts een paar procent. De producten van de fabrikanten vormen 64%. De footprint van de consument is 26% en dat komt voor een groot deel door de voeding die we thuis weggooien. “We gooien een vierde weg omdat we te veel kopen en vervolgens met houdbaarheid zitten.” Verpakkingen zijn heel belangrijk. “Daarom kunnen we niet zomaar verpakkingen weglaten en vervolgens te veel weggooien vanwege derving. Dat is het paard achter de wagen spannen”, zegt de lector. Verder moet er nagedacht worden over het productaanbod in de supermarkt. Sommige hebben we echt niet nodig, vindt Ploos van Amstel. Zo verdwenen onlangs de pakken met water van de Noordpool al na twee weken uit de schappen. “En wat te denken van havermelk uit Noorwegen”, aldus Ploos van Amstel.

Statiegeld op blik en plastic
Het heffen van statiegeld is nog steeds geen succes, vindt de lector. Het hele proces wordt onbetaalbaar. De statiegeldheffing heeft consequenties voor het gehele ecosysteem, van inleveren tot ophalen en recyclen. Terwijl een groot deel van de consument denkt dat alle afval toch wel in de verbrandingsoven verdwijnt en dus niet gelooft in de impact van statiegeld. Sinds de invoering van de maatregel worden er nog steeds te weinig blikjes en plastic flessen ingeleverd. Mensen vinden vijftien cent per item vaak te weinig om de moeite te nemen plastic flesjes en blikjes in te leveren. De Inspectie Leefomgeving en Transport vindt daarom dat het statiegeld op plastic flessen omhoog moet naar 50 cent, zo maakte de organisatie bekend in het Financieele Dagblad. Verpact, voorheen Stichting Afvalfonds, zou volgens de inspectie te weinig doen om verpakkingen in te zamelen. Een netwerk van producent tot aan de klant is dus nodig om de impact op CO2 te vergroten en gedragsverandering bij de consument te bewerkstelligen, volgens de lector. Pas dan heeft verduurzaming van verpakkingen invloed op de supplychain.

Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.