Fabrikanten

'Wie meet met mij prijselasticiteit in out-of-home?'

GASTARTIKEL NIEUWVEEN – Inkopers in de foodservicemarkt zijn het niet altijd eens met de inkoopprijzen die zij van fabrikanten krijgen voorgeschoteld. Temeer omdat voor dezelfde producten vaak veel goedkoper in de retail zijn te vinden. Salesmanager Boudewijn van der Kroft van Arla roept partijen op samen met hem de prijselasticiteit te gaan meten in out-of-home.

Willem-Paul de Mooij |

In november publiceerde Out.of.Home Shops een uitgebreid verhaal over de patstelling in out-of-home tussen veel fabrikanten en inkopers over de grote verschillen in inkoopprijzen met retail. Volgens Van der Kroft van Arla is het grote verschil in inkoopsprijs te verklaren en dienen leveranciers én grossiers gezamenlijk actie te ondernemen om de patstelling te doorbreken. “Grossiers willen graag de laagste prijs in de markt betalen en klagen over de prijzen die ze in het retaillandschap zien. Er zijn redenen waarom het bij een retailer iets goedkoper kan dan in foodservice en dat heeft onder andere te maken met schaalgrootte”, aldus Van der Kroft die daarbij het bekende voorbeeld aanhaalt van de Melkunie Breaker die in out-of-home een stuk duurder is. Twee factoren zijn daarop van invloed, zegt Van der Kroft, en dat zijn:

1)          Waar en aan wie lever ik hoeveel liter per drop?
2)          Wie bepaalt uiteindelijk de eindprijs richting de consument?

Van der Kroft: “In het geval van de Breaker is er voor een fabrikant als Arla een groot verschil qua logistieke kosten of wij dit op één of maximaal twee dc’s mogen leveren van een landelijke retailer die daarna een 10-tal facings besteedt aan de verkoop van Breaker in zijn honderden winkels. Of dat wij dit met een paar doosjes per levering mogen brengen bij iedere aparte vestiging van een grossier. In foodservice praten wij al jaren over consolidatie in de markt. Er zijn in de afgelopen jaren natuurlijk wat partijen overgenomen of verdwenen van de markt (o.a. Van Oers, Kruidenier, VHC Rooswinkel), maar nog steeds bestaan er heel veel regionale groothandels al dan niet met elkaar verbonden in een inkoopsamenwerking of anderszins. De uitdaging voor deze partijen in samenwerking met leveranciers is hoe krijgen wij de keten efficiënter want op elke locatie dagvers aanleveren enkele keren of het liefst zelfs dagelijks per week is een vrij kostbare exercitie. Dit resulteert dan ook gelijk in een hogere aankoopprijs. Dat is de eerste achterstand in vergelijking met de retail. Ik vind het dan ook goed te zien dat er grossiers zijn die naar centrale levering overgaan om zo dropgroottes te verhogen. Tegengestelde bewegingen om juist decentraal aan te leveren vind ik niet verstandig want je gaat overall meer kosten in de keten brengen, zowel vanuit leveranciers kant maar ook omdat grossiers tussen de eigen locaties ook nog pendelen met vrachtwagens van onder andere slow move artikelen.

Prijselasticiteit
Het tweede punt zit hem echt in de prijselasticiteit. Ja, een consument die onderweg is en ‘moet’ stoppen, is bereid om iets te kopen. Maar ook die let wel op zijn portemonnee. Uiteindelijk kan je een euro maar één keer uitgeven. Er wordt in het artikel in november gesteld dat de Breaker bij de benzinepomp 2 euro per zakje kost. De vraag is waar zit de marge? Ik durf te beweren dat de groothandel voor het aanhouden van voorraad en het vervoeren naar de eindlocaties een minimale vergoeding krijgt, zeker bij key accounts. Uiteindelijk wordt de prijs dus door de ondernemer/formule bepaald en die hebben minder klandizie dan een supermarkt en moeten wel hun hoge kosten dekken en daardoor gaan producten zonder problemen over de kop. Ik vind dat een heel gevaarlijke en lastige situatie. Want ik kwam laatst ons eigen petfles Melkunie Milk & Fruit 330 ml voor 2,29 euro tegen langs de snelweg. Daar kan ik inderdaad in de supermarkt bijna 2 liter van kopen, dus ik vind het niet zo vreemd als de consument hem even laat staan. Sterker nog, ik kom dit zelfde product ook voor 60 cent minder bij andere formules tegen en die maken er al een goede marge op. Ik ben echt van mening dat een consument bereid is om geld uit te geven on the go. Dat blijkt wel uit het feit hoeveel broodjes er onderweg worden verkocht tegen mooie prijzen ten opzichte van de cateraar die in de afgelopen 13 jaar nog steeds te maken heeft met een gemiddelde besteding van 2,55 euro per consument voor de hele lunch. Maar je moet het niet overdrijven met de prijzen. De prijs elasticiteit is niet zo groot als dat nu vaak gedacht wordt. Ik zou daarom wel met een partij de uitdaging willen aangaan om de producten lager te prijzen en op die manier met elkaar te gaan meten of er nu meer of minder absolute marge overblijft. Uiteraard zal dit per product verschillend zijn, maar meten is weten en dat doen we soms nog iets te weinig met elkaar.”

Reageren op dit artikel kan via deze link

Bron: Out.of.Home Shops

breakermelkunie.jpg