Professionaliteit – of beter gezegd: professioneel gedrag – is een thema dat mij de laatste maanden extra bezighoudt. Het valt me op dat, althans in mijn omgeving, mensen verschillende definities hebben bij professioneel gedrag. Volgens de arbeidspsychologie verstaan we onder professioneel gedrag: observeerbaar gedrag waarin de normen en waarden van de beroepsuitoefening zichtbaar zijn.
Professioneel gedrag komt tot uitdrukking in woord, gedrag en uiterlijk en is van groot belang voor het basisvertrouwen dat een klant of patiënt in een beroepsbeoefenaar moet kunnen stellen.
De kenmerken van professioneel gedrag kunnen worden onderverdeeld in drie dimensies: omgaan met werk, omgaan met anderen en omgaan met zichzelf. In deze column wil ik vooral ingaan op omgaan met anderen. De balans tussen professionaliteit en collegialiteit is essentieel om professioneel gedrag te kunnen tonen. Soms is die balans zoek.
Soms is die balans zelfs zo ver zoek dat mensen fout gedrag gaan vertonen op de werkvloer. Dit kan dusdanige vormen aannemen dat het werkprestaties van individuen en teams in de weg gaat staan. Denk daarbij bijvoorbeeld aan collega’s die hun werk niet meer doen, hun afspraken niet nakomen, extreem met elkaar roddelen en konkelen of zeer vertrouwelijke informatie van afdelingen met anderen delen. Ik heb mensen gezien die van constructief naar negatief of zelfs destructief gedrag doorslaan. Dit zijn gevaarlijke elementen in je bedrijf waar je snel vanaf moet.
Het hebben van fijne werkrelaties is volgens mij erg belangrijk en onmisbaar in werkvreugde. Zonder leuke collega’s met wie je fijn samenwerkt, wordt een baan toch wel snel saai en gaan we op zoek naar wat anders. Toch is het raadzaam goed na te denken over wat wel thuishoort op de werkvloer en wat niet. Praat jij over collega’s in plaats van met je collega’s? Ben jij je bewust van het gedrag dat jij vertoont op de werkvloer? Gaat jouw energie nog wel naar je werk of naar gedrag dat helemaal niet thuishoort op de werkvloer?
Professioneel gedrag is te ontwikkelen door het eigen functioneren voortdurend te spiegelen aan de professionele (werk- en leer)omgeving. Dit betekent dat het vragen en krijgen van feedback en het kunnen reflecteren hierop tot de kern van het verwerven van professioneel gedrag behoren. Het leren en toetsen van professioneel gedrag betreft iedereen en niet alleen de ‘onprofessioneel’ werkende individuen.
Dus zij die het wel goed doen, moeten dat ook terug horen. Uiteraard helpen functioneringsgesprekken hierbij. Ook tussenevaluaties zijn gepaste momenten om het, samen met je leidinggevende, hierover te hebben. Dan komt natuurlijk wel de volgende vraag: ben jij aan te spreken op jouw (on)professionele gedrag? Ben jij leerbaar of zit jij te veel vastgeroest in je foute gedrag? Kortom, gedraag jij je als een pro of een amateur? Wie de schoen past, trekke hem aan.
Milou Driesse
is salesmanager
Bron: Levensmiddelenkrant
Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier