NIEUWVEEN - Op 8 oktober stemde het Europees Parlement voor een verbod op vleestermen voor vleesvervangers. Benamingen als schnitzel en burger mogen dan niet meer gebruikt worden voor plantaardige producten. Na de bekendmaking werd er vanuit bedrijven en organisaties divers gereageerd op het mogelijke verbod.
Bij de Groenen, aan de andere kant van het politieke spectrum in het Europees Parlement, spreekt men over tijdverspilling. Anna Strolenberg, Europarlementariër namens Volt, doet de onderhandelingen namens de Groenen in het Europees Parlement over de voorstellen van de Commissie om boeren een sterkere positie te geven. “Dit hele voorstel is een verspilling van ieders tijd”, zegt ze over het plan rond namen van vleesvervangers. “We kunnen oplossingen verzinnen voor ons klimaatprobleem, een betere positie voor de boeren of de toekomst van de landbouw”, zegt ze tegen de NOS. “Maar in plaats daarvan worden maatregelen verzonnen, waardoor mijn vegaburger voortaan een plantaardige schijf moet gaan heten. Echt compleet onzinnig, laten we focussen op wat écht belangrijk is.”
Het zal nog een aantal jaren duren voordat er echt een verbod komt. Nu zijn de lidstaten aan de beurt om akkoord te geven en het verbod op te nemen in lokale wetgeving. Door voorstanders van het verbod wordt het al bestaande verbod op zuivelnamen er vaak bij gehaald. Termen als sojamelk en plantaardige boter mogen al langer niet. Er zit echter wel een verschil tussen vlees en zuivel. Voor zuivel zijn de productnamen en de samen-stelling waaraan moet worden voldaan, sinds 2021 wettelijk vastgelegd. Een voorstel om dat ook voor vlees te doen, haalde het toen niet.
Dierlijk eiwit
De discussie over de vleesnamen kwam weer boven water naar aanleiding van een voorstel van de Europese Commissie om de positie van de boeren in de voedselketen te verbeteren. BBB-Europarlementariër Jessica van Leeuwen steunt het voorstel. “Iedereen heeft de vrijheid om te eten wat hij of zij wil, maar het is positief dat de term vlees uitsluitend gebruikt mag worden voor producten die werkelijk uit dierlijk eiwit bestaan. Op die manier zijn consumenten correct geïnformeerd over hun aankoop. Het is een goede zaak dat het vakmanschap van onze boeren en slagers naar waarde geschat wordt. Hierdoor zullen vegetarische alternatieven niet langer het label ’burger’, ’schnitzel’ of ’steak’ mogen gebruiken”, zegt zij tegen de NOS.
Passende naam
Ook vanuit de industrie komen wisselende reacties. De Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) is voor het verbod. Voorzitter Manon Houben zegt: “De consument moet weten wat hij koopt en wat erin zit. Of het nu dierlijk of plantaardig is: de naam moet passen bij het product. De meeste consumenten verwachten nu eenmaal dat producten met een duidelijke verwijzing naar een traditioneel vleesproduct ook daadwerkelijk vlees bevatten.”
Een van de grootste vleesverwerkers van ons land en tevens lid van de COV, Vion, is het niet eens met dat standpunt. Dat kan te maken hebben met dat Vion ook plantaardige vleesvervangers in zijn portfolio heeft. Op de website schrijft het bedrijf: “Door de jaren heen hebben wij geen bewijs gezien dat consumenten in verwarring waren door waar deze producten van gemaakt zijn. In tegendeel, consumenten zijn blij een keuze te hebben en deze makkelijk te kunnen maken. Daarom geloven wij dat vertrouwen wordt opgebouwd door duidelijkheid en integriteit, niet door woorden te verbieden of meer bureaucratie toe te voegen.”
Druk maken
Dat de discussie niet om woorden moet draaien, maar om verantwoordelijkheid, vinden ze ook bij worstenmaker Brandt & Levie. Dit jaar introduceerde het bedrijf worsten gemaakt van groenten. Samuel Levie, co-founder Brandt & Levie: “Wij zijn enorme vleesliefhebbers en geloven dat vlees ook in de toekomst een rol blijft spelen in ons dieet. Maar het is een gotspe dat de industrie zich druk maakt over benamingen, terwijl we te maken hebben met dringende vraagstukken als klimaatverandering, dierenwelzijn en gezondheid.”
Artikel gaat verder onder de foto ↓
Worst
Ook bij Van Gelder Groente & Fruit reageren ze laconiek op het mogelijke verbod. Algemeen directeur Gerrit van Gelder zegt erover: “We staan voor grote uitdagingen op het gebied van klimaat, biodiversiteit en stikstof. Meer plantaardig eten kan daar aantoonbaar positief aan bijdragen. Extra wetgeving die heldere communicatie juist bemoeilijkt, helpt niet bij het behalen van die doelstellingen. Dus of die worst nou wel of geen worst mag heten, dat zal ons eerlijk gezegd worst wezen.” Van Gelder organiseert een namencampagne waarbij klanten namen mogen insturen voor de verschillende vleesvervangers die het bedrijf produceert.
De Vegetarische Slager voert al sinds 2019 met “schnitzelgate” campagne tegen een mogelijk verbod op vleesnamen. “Onze productnamen geven namelijk al 15 jaar duidelijkheid over wat je kunt verwachten van de smaak, vorm en bereidingswijze. Sterker nog: alternatieve namen zouden alleen nog maar meer verwarring veroorzaken. Want zeg nou zelf: eiwitrijke sojadisk als alternatief voor onze Pluimfeest Burger - dat valt toch voor geen consument uit te vogelen”, schrijft het bedrijf.
Vertraging
De Vegetariërsbond vindt het verbod “onlogisch”. Volgens de organisatie “vertraagt een verbod de eiwittransitie die nodig is voor het klimaat, dierenwelzijn en onze gezondheid”. De bond haalt een onderzoek aan van de Europese Consumentenorganisatie (BEUC) waaruit blijkt dat consumenten niet verward raken door de huidige benamingen en dat 80% er geen enkel bezwaar tegen heeft, zolang het duidelijk is dat het om een plantaardig product gaat. “Iedereen begrijpt dat een veggie burger geen vlees bevat”, zegt Floris de Graad, directeur van de Vegetariërsbond. “Dit soort verboden zijn een rem op verduurzaming, terwijl we juist helderheid en vrijheid van taal nodig hebben.”
Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.