[SPECIAL: BOEREN EN TELERS] DEN HAAG - De keurmerken schieten als paddenstoelen uit de grond, maar een van de blijvers is het Beter Leven keurmerk van de Dierenbescherming. Het doel is om het dierenwelzijn continu te verbeteren. Sinds 2007 heeft het keurmerk grote stappen gezet en inmiddels zijn alle supermarkten over naar eieren met minimaal 1 Beter Leven ster. Hoe zit dat precies met de sterren en wanneer wordt een keurmerk overbodig? Daar vertellen persvoorlichter Niels Dorland en Marijke de Jong, programma-manager Beter Leven keurmerk van de Dierenbescherming meer over.
Het Beter Leven keurmerk bestaat al sinds 2007. Hoe is dit keurmerk ontstaan?
De Jong: “De Dierenbescherming zet zich in voor het verbeteren van dierenwelzijn. Lange tijd hebben we dat voor de veehouderij aangepakt op het gebied van wetgeving, maar we waren zoekende naar een manier om dat uit te breiden. De wijze om dit te doen is door de markt aan te spreken. Vanaf 2000 is vlees afkomstig van snelgroeiende vleeskuikens een groot issue, maar dierenwelzijnskeurmerken waren er toen nog niet. In Engeland was dat wel het geval en toen hebben we er in 2007 een jaar een pilot mee gedraaid. Het zorgde intern voor discussies, want je plaatst het logo van de Dierenbescherming op dode dieren. Toch heeft de positieve invloed op het dierenwelzijn ons overtuigd. Boeren, supermarkten en consumenten hebben positief gereageerd en vanaf 2008 zijn we begonnen met de uitrol.”
Het logo is herkenbaar voor veel ondernemers en consumenten, maar het verschil tussen de sterren is niet voor iedereen duidelijk. Kunnen jullie dat toelichten?
Dorland: “De sterren geven aan in hoeverre het dierenwelzijn van dieren is verbeterd ten opzichte van géén ster. Bij 1 ster zien we een belangrijke verbetering op het gebied van dierenwelzijn. De ergste excessen zijn eruit, zoals te weinig ruimte. 2 sterren geeft aan dat dieren naar buiten mogen en afleidingsmateriaal hebben zodat ze zich niet gaan vervelen. 3 sterren is het meest ideaal en daarbij hebben we het over biologisch of vergelijkbaar dierenwelzijn. Boeren hebben dan bijvoorbeeld diergericht ontworpen concepten als een stal die gericht is op de leefstijl van de dieren. Kortom, hoe meer sterren, hoe diervriendelijker de productie.”
Zijn de huidige 3 sterren voldoende of is er in de toekomst behoefte aan een vierde ster?
De Jong: “Dat wordt voor de communicatie alleen maar onduidelijk. De consument vindt het al lastig om 3 sterren te kunnen onderscheiden van elkaar. Het plan is wel dat we de criteria steeds verbeteren, zo vallen onder de 3 sterren ook biologische producten. Met name voor intensieve sectoren, zoals varkens en kippen, is dat het meest diervriendelijk. Bij de melkveehouderij ligt dat anders, omdat Europese wetgeving voor biologische producten voor wat betreft het welzijn van melkkoeien niet zo concreet is ingevuld. Bij eieren zien we steeds meer producten die wel 3 sterren hebben, maar niet biologisch zijn. Neem bijvoorbeeld het Rondeel ei, Kipster ei en Gijs ei. Allemaal zijn ze met dierenwelzijn bezig en dat is het belangrijkste. Het verschil met biologisch is dat ze ander voedsel krijgen en de mest niet gebruikt wordt voor planten.”
Wat moet er gebeuren voordat het sterrensysteem overbodig is?
Dorland: “Dat is bijna utopisch. Als iedereen stopt met dieren eten, dan is er geen keurmerk meer nodig. Misschien is dat ooit de stip aan de horizon. Ons streven nu is om in 2050 doorgegroeid te zijn naar een betere verhouding tussen plantaardige en dierlijke eiwitten. Dus ook dan zal men nog dierlijke eiwitten consumeren.”
Als we kijken naar eieren, dan zien we veel producten met 1 ster en 3 sterren. Hoe verklaren jullie dat?
Dorland: “Dat verschil is er inderdaad geweest. Door de ophokplicht (als gevolg van de vogelgriep, red.) hebben boeren met vrije uitloopkippen hun producten moeten afschalen naar 1 ster. Als zoiets een lange periode aanhoudt, is het in de supermarkt moeilijk om eieren met 2 sterren Beter Leven te kopen. Normaliter is 2 sterren zeer courant en heeft dat een flink aandeel. Al met al zijn alle supermarkten over naar eieren met minimaal 1 ster Beter Leven. Die lange ophokplicht is een doorn in ons oog. We willen graag een vaccinatie voor de vogelgriep, maar dat is er helaas nog niet. In 2003 was er een grote uitbraak en toen zijn we al begonnen over een vaccinatie. Al die jaren is er niets gedaan, behalve jaarlijks ophokken en miljoenen gezonde dieren ‘ruimen’, ofwel: doden. Langzaam begint het besef bij de overheid te komen, dus we hopen dat er op dat vlak stappen gezet gaan worden.”
Het Beter Leven keurmerk groeit al jaren, maar hoe kun je als kippenhouder in aanmerking komen?
De Jong: “Dat gebeurt via een eierpakstation, die weten precies wat de vraag vanuit de supermarkten en andere partijen is. Op basis daarvan kunnen ze kijken hoeveel eieren er nodig zijn en kunnen ze kippenhouders aanbevelen. Een controleur komt dan vervolgens langs om te kijken of de stal aan alle eisen voldoet. Dit herhaalt zich ieder jaar en vaak ook onaangekondigd. Het duurt gemiddeld drie maanden om het certificaat te krijgen.”
Moeten boeren nog extra investeren? En worden ze daarin bijgestaan door de overheid?
De Jong: “Ze moeten zeker investeringen doen, maar aan de andere kant krijgen ze meer betaald voor hun producten. In iedere stap in de keten moet worden verdiend en je wil dat boeren voldoende geld krijgen om aan alle eisen te voldoen én zelf kunnen rondkomen. Daar krijgen ze geen subsidie voor, dus het moet uit de markt terugverdiend worden. We hebben veel contact met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en maken deel uit van projectgroepen. De Dierenbescherming heeft een lobbyist om leden van de Eerste en Tweede Kamer te informeren over onze standpunten.”
De Jong en Dorland zien beiden dat supermarkten goed bezig zijn en dat ze samen met boeren voor een ommekeer hebben gezorgd door meer producten met het Beter Leven keurmerk als basis te zien van het assortiment. “Ze moeten vooral blijven meedoen en ondertussen zetten ook wij stappen om het keurmerk continu te verbeteren”, aldus De Jong en Dorland.
Bron: Levensmiddelenkrant
Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.