DEN HAAG – De inflatie in Nederland is in november 2025 uitgekomen op 2,9%, blijkt uit de snelle raming van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Hiermee ligt de inflatie iets lager dan in oktober, toen de stijging van de consumentenprijzen nog 3,1% bedroeg. De snelle raming is gebaseerd op voorlopige en nog onvolledige gegevens; de definitieve cijfers volgen op 9 december.
De inflatie wordt gemeten aan de hand van de consumentenprijsindex (CPI), die de ontwikkeling van prijzen vergelijkt met dezelfde maand een jaar eerder. De CPI biedt daarnaast inzicht in de prijsverandering ten opzichte van de maand ervoor. In november daalden de consumentenprijzen volgens de snelle raming met 0,8% ten opzichte van oktober.
Seizoenseffecten
Bij maand-op-maandvergelijkingen spelen seizoenseffecten een belangrijke rol. Zo liggen kledingprijzen tijdens uitverkoopperioden tijdelijk lager, wat geen structurele prijsdaling weerspiegelt. Het CBS benadrukt daarom dat deze cijfers voorzichtig moeten worden geïnterpreteerd.
Naast de totale inflatie maakt de snelle raming ook een eerste inschatting van de prijsontwikkeling van grotere productgroepen, zoals diensten. Pas bij de publicatie van de reguliere cijfers op 9 december wordt duidelijk hoe alle afzonderlijke categorieën binnen de CPI zich hebben ontwikkeld.
HICP-inflatie
Het CBS publiceert maandelijks twee inflatiecijfers: één op basis van de Nederlandse CPI en één volgens de Europees geharmoniseerde methode, de HICP. Volgens de HICP bedroeg de inflatie in november 2,6%, tegen 3,0% in oktober.
Het belangrijkste verschil tussen beide indicatoren is dat de HICP geen kosten voor wonen in de eigen woning meeneemt. De CPI doet dat wel, door deze kosten te schatten op basis van de ontwikkeling van woninghuren. Beide methoden kennen daarnaast enkele andere technische verschillen, die door het CBS worden toegelicht in de officiële documentatie.
Bron: Levensmiddelenkrant / Out.of.Home Shops
