Een week zonder vlees. Ik zal maar meteen bekennen dat het thema van deze uitgave mij wat zwaar op de maag ligt. Bij mij schaft de pot thuis meestal gewoon aardappelen, vlees en groenten. Een rooms-katholiek visje op vrijdag gaat er ook goed in. De vegetarische maaltijd is eerlijk gezegd bij mij nog niet echt ingeburgerd, maar af en toe een dagje zonder vlees is voor mij geen probleem.
Dat betekent overigens niet dat de maatschappelijke discussie over het consumeren van vlees aan mij voorbij is gegaan. Ik ken het argument dat mensen door minder vlees te eten zouden bijdragen aan de vermindering van uitstoot van broeikasgassen. Het klinkt allemaal erg verantwoord, maar inmiddels weten we ook dat vrijwel alles wat wordt geteeld of geproduceerd impact heeft op de wereldwijde CO2-uitstoot. Niet voor niets is de week zonder vlees dit jaar officieel de Nationale Week Zonder Vlees & Zuivel geworden. Want ook de productie van zuivel wordt als zeer belastend gezien voor het milieu. En laten we onszelf niets wijsmaken, ook het telen van rijst zorgt voor een CO2-footprint en voor de productie van sojabonen worden in Zuid-Amerika bossen gekapt.
Kortom, ik vind die hele CO2-discussie een ingewikkeld probleem. Gelukkig zijn we tegenwoordig in de foodsector wel zo alert dat we op elke maatschappelijke trend kunnen en willen inspelen. Vegetarisch, veganistisch, traditioneel; het is in de gemiddelde supermarkt allemaal in ruime sortering te verkrijgen, zodat iedere consument op basis van zijn eigen voorkeur aan zijn trekken kan komen.
De achterliggende gedachte van de nationale week zonder vlees en zuivel vind ik loffelijk, maar is voor mij niet belangrijker dan bijvoorbeeld de Week van het Platteland. Een initiatief van agrariërs die hun best doen om te laten zien dat zij bewust boeren en hun vlees en zuivel op een milieuvriendelijke manier produceren. Ook daarvan zijn de resultaten met het Beter Leven-keurmerk op de vlees- en zuivelproducten in onze winkels terug te vinden. Bovendien, als je op Wikipedia opzoekt hoeveel ‘dagen of weken van iets’ we elke maand hebben, dan val je van verbazing van je stoel. Ik had in elk geval nog nooit gehoord van de Pindakaasdag, de Nationale Pannenkoekendag, een Nationale en een Internationale Dag van de Koffie, de Wereldbrooddag (voorheen bekend als de Wereldmaaltijddag) of de Anti-dieetdag.
Als ondernemer spreken de Dag van de Eerlijke Handel (World Fair Trade Day) of de Week van het geld mij eerlijk gezegd wel aan. De Dag voor het Behoud van de Ozonlaag gaat me een beetje boven de pet, maar volgens mij kan ik die, door middel van een bescheiden solidariteitsdeelname aan de week zonder vlees, meteen ook netjes afvinken. Twee klimaatvliegen in één klap. In de ‘Week van Gerard’ zou er dus zomaar een keer een product van de vegetarische slager op het menu kunnen staan.
Gerard van den Tweel is multifranchiser