iStock-1179385764.jpg

Onderzoek

Convenant Voedingsmiddelen afgelopen

NIEUWVEEN – Na vijf jaar is het IMVO (internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen) Convenant Voedingsmiddelen afgelopen. Het doel was om samen met de voedingsmiddelensector bij te dragen aan het uitvoeren van de richtlijnen en principes, die door de OESO en de Verenigde Naties zijn opgesteld. Uitgangspunt daarbij was om de negatieve impact op mens en milieu in de productieketens te voorkomen en aan te pakken. Wat is de status nu?

Lisa van der Linden |

Hoe kun je negatieve impact op mens en milieu voorkomen in de productieketens van de voedingsmiddelenindustrie? Het convenant is dan nu wel afgelopen, maar dat betekent niet dat de samenwerkende partijen stilzitten. In een jaarrapport is naar buiten gebracht wat er in het vijfde – en laatste – convenantsjaar is gebeurd. Ewald Wermuth, voorzitter IMVO Convenant Voedingsmiddelen, schrijft in zijn voorwoord dat de focus van het convenant altijd heeft gelegen op de vier actielijnen due diligence support, impactprojecten, toegang tot herstel en kennissessies. In alle actielijnen is veel energie gestoken en heeft het resultaten opgeleverd. “Het IMVO-bewustzijn binnen de voedingsmiddelensector is enorm verdiept. Dat is belangrijk met het oog op de Europese en nationale IMVO-wetgeving die eraan komt”, schrijft Wermuth. We zetten de resultaten van het afgelopen half jaar op een rij, per actielijn.

1. Due diligence support
Er is een IMVO self-assessment tool, zowel uitgebreid voor het grootbedrijf als een verkorte, interactieve scan voor het mkb. Na het invullen ontvangen bedrijven een advies voor het zetten van stappen binnen hun due diligence proces. Hiermee worden ook inzichten in de voortgang van de gehele branche vrijgegeven. Daarnaast is het mogelijk om gebruik te maken van het Local Expert Network. Dat zijn experts in West-Afrika, Oost-Afrika, Azië, Latijns-Amerika, Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA-regio), die zijn opgeleid tot risicobeoordelingsexperts voor de agrofoodsector. Dit netwerk is het afgelopen jaar verder uitgebouwd.

2. Impactprojecten
Er lopen meerdere projecten, waaronder een risico-assessment voor de productie van Arabische gom in Soedan. Het risico-assessment voor de rijstproductie in Cambodja is inmiddels afgerond. Het Sustainable Rice Platform en CBL zullen de resultaten deze maand delen in een webinar. Dan het cashewketenverduurzamingstraject. Daar is een Due diligence framework for Action opgesteld voor verduurzaming van de cashewketen. Daarin worden de risico’s in de keten en de onderliggende oorzaken omschreven, evenals de manieren om die aan te pakken.

3. Toegang tot herstel
Dit blijkt de meest lastige actielijn, aldus Wermuth. “Het is een complex vraagstuk dat in alle sectoren speelt en een sectoroverstijgende aanpak vraagt.”

Door FNV, CBL en SER wordt gewerkt aan een project voor klachtenmechanisme. Dit is nog een pilot, dat als doel heeft om een toegankelijk, legitiem, transparant en effectief klachtenmechanisme op te zetten voor de rijstproductie in India. Het is mogelijk voor andere bedrijven en branches om zich hierbij aan te sluiten.

4. Kennissessies
Begin dit jaar is door het ministerie van LNV, FNLI, Koffie & Thee Nederland, de Vereniging voor de Bakkerij, de Zoetwarenindustrie en de SER een webinar georganiseerd over de ontbossingsverordening. Het is namelijk sinds 1 mei verboden om producten in te voeren die bijdragen aan ontbossing en bosdegradatie. Daarnaast zijn er due diligence trainingen gehouden, waarin de belangrijkste aspecten van IMVO uitgelegd worden. Er is bovendien een terugkomdag georganiseerd, waarin de focus nog meer werd gelegd op de implementatie van OESO-richtlijnen in beleid en bedrijfsprocessen, de prioritering van risico’s en de toegang tot herstel.
Terug naar nu, het convenant is na vijf jaar ten einde gekomen. Dat was ook het doel: in drie tot vijf jaar substantiële stappen zetten richting minder negatieve impact op mens en milieu. Maatschappelijk verantwoord ondernemen op internationaal niveau. En nu? Op dit moment zijn er nog allerlei gesprekken tussen de samenwerkende partijen als afsluiting van het convenant. Een eindevaluatie met resultaten van de afgelopen vijf jaar volgt dan ook pas na de zomer. Daarnaast werken de partijen aan nationale en Europese IMVO-wetgeving, waarvan de definitieve inhoud nog niet vast staat.

Convenant
Het IMVO Convenant Voedingsmiddelen is in 2018 ondertekend door elf partijen: CBL, FNLI, KNSV, het ministerie van Buitenlandse Zaken, het ministerie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, FNV, CNV, Cordaid, Woord & Daad, Global March Against Child Labour en IDH – the Sustainable Trade Initiative. Het is een convenant voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO). Recentelijk heeft FNV bekendgemaakt uit het convenant te stappen, omdat de verbeteringen volgens hen niet snel genoeg gingen. Door het ondertekenen van het IMVO Convenant Voedingsmiddelen kunnen bedrijven samen stappen zetten om verbetering te realiseren en een gezamenlijke oplossing bieden voor problemen die bedrijven niet geheel zelf kunnen oplossen. Brancheorganisaties zijn betrokken bij het convenant, zodat ze individuele bedrijven kunnen vragen om IMVOrisicomanagement in te richten en het proces te blijven verbeteren. Daarnaast worden gezamenlijke projecten uitgevoerd.

Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.

Lees meer over: