LEIDSCHENDAM – Met de Tweede Kamerverkiezingen in het vooruitzicht, komen belangenbehartigers van diverse sectoren met hun 'boodschappenlijstjes'. Dat zijn goedbedoelde voorstellen aan een toekomstig kabinet voor een betere wereld.
Het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), de belangenbehartiger van de supermarkten en foodservicebedrijven, komt ook met een reeks 'concrete aanbevelingen' om boodschappen betaalbaar te houden en gezonde keuzes makkelijker te maken.
Betaalbaar
Om onze boodschappen betaalbaar te houden moeten volgens het CBL vooral de kosten voor supermarkten en foodservicebedrijven verlaagd worden. Op dit moment is er naast geopolitieke spanningen, tegenvallende oogsten en stijgende energieprijzen, ook een opeenstapeling van beleidsmaatregelen. Deze factoren verhogen structueel de kosten voor ondernemers. De supermarkt- en foodservicebranche kan vanwege de smalle marges de kosten niet meer absorberen.
Het CBL stelt een boodschappentoets voor die bij elk beleidsvoorstel moet worden uitgevoerd. Hiermee zou de impact van het beleidsvoorstel vooraf kunnen worden beoordeeld en blijft betaalbaarheid van boodschappen een bewuste afweging bij elk besluit, meldt de belangenorganisatie.
Loonkosten
Om de loonkosten beheersbaar te houden vraagt het CBL om werken echt lonend te maken. “Denk aan lagere belastingen of extra inkomensondersteuning in plaats van verdere verhogingen van de loonkosten. Geef werkgevers ruimte om jongeren een kans te geven, bijvoorbeeld via loonkostensubsidies of fiscale voordelen voor bedrijven die leer-werkplekken aanbieden. Zorg daarbij voor een gelijk speelveld: supermarkten moeten niet op arbeidsvoorwaarden concurreren met online aanbieders”, schrijft het CBL.
Op EU-niveau moet er ook het een en ander gebeuren volgens de organisatie en het nieuwe kabinet moet zich daarvoor gaan inzetten. Denk daarbij aan fiscale maatregelen afstemmen met buurlanden die oneerlijke concurrentie aan de grens moeten voorkomen. De hogere accijnzen zetten ondernemers in de grensstreek onder druk, omdat consumenten massaal in de buurlanden gaan shoppen. Een andere uitdaging zijn de territoriale leveringsbeperkingen die grote internationale fabrikanten hanteren. Die voorkomen dat supermarkten en foodservicebedrijven producten binnen de EU daar kunnen kopen waar ze het goedkoopst zijn.
Gezonde keuzes
Het CBL stelt dat supermarkten graag afspraken maken over een gezonder voedselaanbod, maar dan moet er wel een gelijk speelveld komen voor alle branches waar eten kan worden gekocht. “Supermarkten krijgen extra verplichtingen, terwijl consumenten makkelijk kunnen uitwijken naar aanbieders zonder deze regels. Dat beloont ongezonde keuzes en versterkt oneerlijke concurrentie”, stelt het CBL. Daarbij doelt de organisatie op fastfoodzaken, horeca en cateringbedrijven.
Supermarkten willen graag de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum inzetten in het schap. Wettelijke regels maken dat nu onmogelijk. “Nu mag dit niet, omdat het mogelijk verwarrend zou werken. Door die ruimte te creëren help je consumenten snel en eenvoudig te kiezen voor gezonder eten, precies op het moment dat het ertoe doet. De Monitor gezond voedsel zou zich daarbij moeten richten op zowel Schijf van Vijf als Nutri-Score als ondersteunende voedselkeuzelogo’s”, zo vindt de brancheorganisatie.
Educatie en preventie
Daarnaast vraagt het CBL om voedseleducatie in het preventiebeleid te integreren. “Zonder kennis en ervaring weten kinderen (en ouders/verzorgers) vaak niet waar hun eten vandaan komt, wat erin zit, of hoe ze het zelf kunnen klaarmaken en wat een verantwoorde keuze is. Daardoor missen ze niet alleen vaardigheden, maar ook de gewoonte om gezonder te kiezen. Het risico is dat gezond gedrag vooral abstract blijft, in plaats van iets wat ze zelf beleven en begrijpen”, is te lezen in het advies.
Artikel gaat verder onder de foto ↓
Duurzame voedselketen
In ons land werken supermarkten en foodservicebedrijven vaak samen met boeren en telers om duurzaamheid, dierenwelzijn en klimaat te ondersteunen. Veel boeren ontvangen daarvoor een eerlijke beloning in de vorm van een ketenpremie uit vrijwillige programma’s als Beter voor Boer en Natuur en On the Way to Planet Proof. “Deze afspraken werken omdat ze op maat zijn en inspelen op wat er lokaal nodig is. Als de ruimte voor zulke ketenpremies verdwijnt (bijvoorbeeld door strengere regulering of druk op uniforme, lage prijzen) komt het verdienmodel voor duurzame boeren onder druk te staan. Dan loont het investeren in duurzaamheid niet langer en neemt de bereidheid tot verduurzamen af”, zegt het CBL.
De branche vraagt de overheid ook om niet te sturen op een middel, zoals biologisch, maar op een doel. “Ondersteun marktinitiatieven die verduurzaming tot stand brengen. Zoek actief samenwerking met supermarkten en andere partijen die al integraal werken aan verduurzaming. Zo versnel je echte vooruitgang op klimaat, biodiversiteit, bodem en water en haal je het beste uit de markt”, staat te lezen in het boodschappenlijstje. Daarnaast moeten ook de administratieve lasten worden beperkt en de rapportages op elkaar afgestemd worden.
Voorsprong
De voorsprong die Nederland heeft op het gebied van duurzaamheid mag volgens het CBL niet worden afgestraft door Europese regels. “Europese landen hanteren verschillende definities en eisen rond duurzaamheid. Hierdoor maken ondernemers hogere kosten, terwijl ze niet altijd gelijke toegang hebben tot de Europese markt. Dat leidt tot oneerlijke concurrentie: duurzame koplopers worden benadeeld, terwijl landen met lagere standaarden een voordeel houden. Dit druist in tegen het principe van de interne markt en ontmoedigt verdere verduurzaming”, stelt het CBL.
Bron: Levensmiddelenkrant / Out.of.Home Shops