WOUDSEND – De provincie Friesland is trots op haar eigen taal, cultuur en mensen. Toch gaat de vaart der volkeren niet aan de Friezen voorbij, zoals Edwin Kraakman, Sparondernemer in het Friese Woudsend, bewijst. Hij vertelt over hoe hij met zijn gezin, maar ook in de winkel en met klanten serieus bezig is met duurzaamheid en dierenwelzijn.
Doet u in de winkel iets speciaals voor duurzaamheid en dierenwelzijn?
“Wij spelen erop in door het assortiment extra onder de aandacht te brengen, met name de vegetarische en plantaardige producten. Dat doen we dan vooral via Instagram of Facebook. Op TikTok ook, dat hangt van de actie af. Social media zijn op het moment hot. Op Facebook zitten met name vrouwen tussen de veertig en zestig jaar, dat wordt heel goed bekeken. TikTok helpt misschien om de jongeren op een andere manier de winkel in te krijgen. Ik probeer eigenlijk alles wel een beetje. Omzet is omzet, natuurlijk. En als we dan nog een beetje kunnen meewerken aan een betere wereld met elkaar, dan is dat mooi meegenomen.”
Ziet u dat als een commercieel moment of meer als een maatschappelijk signaal?
“Voor ons is het meer een maatschappelijk signaal. Het gaat om bewustwording, al zien we dat er commercieel natuurlijk kansen zijn, daar hou ik zeer zeker rekening mee. Zelf eten we al jaren meer vis dan vlees. En wij slaan vlees wel eens één of twee dagen over. Dat is prima. Ik vind een stukje vlees af en toe lekker, zo simpel is het, maar ik vind dat we er met z’n allen een beetje rekening mee moeten houden.”
Hoe staan u en uw klanten tegenover deze initiatieven?
“Wij merken dat klanten er steeds meer voor openstaan. Ik spreek de klanten, maar zie aan het koopgedrag dat vooral jongere klanten en gezinnen interesse hebben. Ze zijn nieuwsgierig en proberen vaker een duurzaam alternatief. Als we dat signaleren, bestellen we dat. Zo zien ze dat wij als winkel met duurzaamheid en dierenwelzijn bezig zijn. Misschien zijn jonge mensen bezig voor de nieuwe generatie die er aankomt. Ik moet zeggen dat klanten er bij ons op het platteland veel minder mee bezig zijn dan in een grote stad. Op het platteland denken mensen over het algemeen toch nog: doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg.”
Wat zijn populaire vleesvervangers in uw Spar?
“De klassiekers, zoals vegetarisch gehakt, burgers en kipstukjes, doen het goed. Ook de kant-en-klaarmaaltijden met vega-ingrediënten worden steeds vaker gekozen.”
Merkt u dat klanten bewuster omgaan met vleesconsumptie?
“Zeker, klanten letten beter op en kiezen vaker voor een mix: de ene dag vlees, de andere dag vegetarisch.”
Wat zijn veelgestelde vragen van klanten over dierlijke versus plantaardige producten?
“Vragen gaan vaak over smaak – of iets wel lekker is – bereidingswijze en prijsverschillen. En gezondheid speelt mee. Ik heb niet alles zelf geprobeerd, maar ik weet welke producten niet lopen. Dan zeg ik tegen een klant: ‘Je kan het proberen, maar ik weet uit ervaring dat dit het minst verkocht wordt.’ Als ze voor het eerst iets willen proberen en proeven, raad ik bepaalde goedlopende producten aan. Dat is leuk, want dan komt mijn klant weer terug met: ‘Toch wel lekker, dit gaan we vaker kopen.’ Het moet gewoon wat goedkoper. Dan worden mensen nieuwsgieriger, gaan eerder proeven en eerder ontdekken en beleven. Het is nu natuurlijk alleen voor de mensen die redelijk wat geld te besteden hebben.”
Welke rol spelen duurzaamheid en dierenwelzijn in uw inkoop- of schapbeleid?
“Dat is een belangrijk thema. We proberen steeds meer duurzame en lokale keuzes te maken, ook bij dierlijke producten. Wij komen uit Friesland. Een paar jaar geleden ben ik van al die leveranciers buiten Friesland afgestapt. Ik begon een samenwerkingsverband met de Friese ambassade en heb gezegd dat ik alleen maar producten wil die in Friesland gemaakt worden. We zijn met elkaar aan de slag gegaan. Nu heb ik een advocaatje dat door een boer in Friesland wordt gemaakt en een likeur, die niet uit Middelburg komt, maar van hier in de buurt. Zo heb ik misschien zestig of tachtig lokale producten die ik verkoop. Dat vertel ik aan toeristen en die vinden dat mooi. Het is iets duurder, maar ik vertel hoe duurzaam het gemaakt is en er zitten weinig transportkosten aan. Dat waarderen de toeristen, net als bezoekers uit de Randstad, echte stadse mensen. Die vinden dat heel leuk om te horen.”
Ziet u een toekomst waarin dierlijke producten minder belangrijk worden in de supermarkt?
“Ja, dat zien we wel. Het gaat langzaam, maar de vraag naar plantaardig groeit gestaag. Vooral actiematig. Laatst hadden we nog een 1+1-actie. Dat zijn ideale momenten om de klant kennis te laten maken met duurzame producten.”
Wat zou u als ondernemer nodig hebben om nog meer in te zetten op plantaardige alternatieven?
“Goede ondersteuning vanuit leveranciers en producenten, een aantrekkelijke prijskwaliteitverhouding en duidelijke informatie richting de consument. Ik mis de bedrijven die een dag komen koken in de winkel om iets te laten proeven. De fabrikanten leggen het gewoon bij de hoofdkantoren neer en zoek het verder maar uit. Ik ben al zo’n 35 jaar ondernemer. Vroeger kwamen er nog weleens bedrijven in de winkel die ter plekke een demonstratie verzorgden. Zo breng je producten aan de man. Daar zouden ze weer wat meer mee moeten doen. Veel meer. Het is niet alleen de prijs die de mensen weerhoudt, maar men is ook bang dat het niet net zo lekker is. Je kan meteen laten zien wat je ermee kan doen en dat het tegelijk heel goed kan smaken.”
Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.