Formules

'AH wil selectief groeien'

ZAANDAM – Albert Heijn geeft prioriteit aan het verbeteren van bestaande winkels en het op onderdelen uitbouwen van bestaande concepten. Zo wil het bedrijf meer combinaties met Gall & Gall en/of Etos en meer AH XL- vestigingen, onder andere in de buurt van voetbalstadions.

Redactie |

Dit zegt Dirk Anbeek, directeur Franchise en Vastgoed van AH in het personeelsblad Ahá. “Met de overname van de C1000-winkels hebben we weer een deel van ons witte vlekkenplan ingevuld. Door onze groeispurt van de afgelopen jaren is het plan nu verder selectief door te groeien. Het blijft belangrijk om nieuwe locaties te verwerven, maar bestaande locaties verbeteren krijgt nu voorrang.” Een belangrijk onderdeel van de selectieve groeistrategie is volgens Anbeek het openen van meer AH-XL-vestigingen. Naast het uitbreiden van bestaande AH’s wil het bedrijf dit doen door een aantal XL-winkels in de buurt van voetbalstadions te realiseren. Anbeek: “Het voordeel van deze locaties is dat ze dicht tegen de stad aanzitten en veel parkeergelegenheid bieden.”
De directeur ziet eveneens veel mogelijkheden in uitbreiding van het aantal co-locaties, dat wil zeggen combinaties van een AH en een Etos en/of Gall & Gall. Een derde van de AH-winkels zit al naast een Gall & Gall en een kwart naast een Etos. Verde­re groei denkt Anbeek te realiseren met AH to go en met de Gall & Gall XS in AH-super­markten.
Volgens Anbeek is het aantal franchisewinkels de afgelopen jaren sterk gegroeid. “AH, Etos en Gall & Gall hebben een heel goede naam in de markt en ondernemers willen graag franchiser bij ons worden. Het spreekt zich rond door ondernemers die zijn overgestapt van andere ketens en enthousiast zijn. En franchisers zien gelukkig ook kansen voor co-locaties.” Anbeek maakt in Ahá ook bekend dat de organisatie een pilot voorbereidt met een duurzame winkel. “Ik denk dat we binnen enkele jaren klaar zijn voor duurzame winkels met substantieel minder energieverbruik. Niet ons transport, maar onze winkels leveren de meeste CO2-uitstoot op en daar willen we wat aan doen.”

Bron: