BASEL – De beslissing van de Zwitserse centrale bank om de koppeling tussen de frank en euro te verbreken, zorgde ervoor dat de frank in een klap 20 procent duurder werd. Het zal echter de succesvolle Zwitserse keten Manor niet deren. “In de eurozone kopen we nu ook 20 procent goedkoper in.”
Vergeleken bij de foodreuzen Migros en Coop is het Zwitserse warenhuis Manor met 33 supermarkten en een marktaandeel van 1,7 procent maar een kleintje. Toch weet de keten zich in het land te onderscheiden met een unieke aanpak, waarbij vers de boventoon voert. “En ja, het klopt dat de dure Zwitserse frank ervoor zorgt dat consumenten nog massaler in de grensstreek over de grens kopen. Toch blijft het probleem binnen de perken omdat de importbeperkingen zijn aangescherpt en de grenscontroles strenger zijn geworden”, zegt François Valdivieso, chief merchandise officer van Manor. Maar, zo legt hij uit tijdens een presentatie op het FSIN-congres, Manor zal er geen last van hebben. “Immers, alles wat we nu in de eurozone kopen is ook 20 procent goedkoper dan voorheen. Sinds de koppeling tussen de frank en de euro is losgelaten, is Manor dan ook veel meer aan het inkopen in de eurozone.”
Ultravers
Bij dat inkopen van food hanteert Manor een opvallende filosofie. Alles moet namelijk ultravers zijn. Daar vraagt de Zwitserse consument namelijk om. Valdivieso: “Zwitserland is nogal een bijzondere markt. De werkloosheid is er enorm laag, het kent een stabiel consumentenvertrouwen en een economie van plussen. Mensen vinden het niet erg om meer uren te werken en tegelijk een hoog salaris te verdienen. Ter illustratie: een gemiddelde caissière verdient bij ons 3600 euro bruto per maand. Het is een tevreden land met een grote middenklasse.”
Deze grote ‘blijde’ middenklasse wil Manor bedienen met de verssupermarkten. “Eigenlijk is het geen supermarkt, maar een keuken”, zo zegt Valdivieso. Veel producten worden ter plekke en in het zicht van de klant bereid. “Dat doen we waar we kunnen. We maken de taarten, hummus, chocolade, maaltijden en belegde broodjes allemaal ter plaatse. A-merken vinden dat niet zo leuk, maar wij vinden A-merken dan ook niet zo leuk. Verder fileren we onze eigen vis en hebben we een eigen slagerij. Dit helpt ons om ons te onderscheiden van de rest. Je ruikt het brood, je ruikt het koken op de winkelvloer. Zo bind je mensen aan je.”
Inkopen bij Manor is dan ook een kust, zegt Valdivieso. “We willen alles met natuurlijke ingrediënten en niets met toegevoegde kleur- en smaakstoffen. We zijn gestopt met frituren in de winkels. Omdat we denken dat het ongezond is. Alles is verser dan vers en we willen een superieure foodexperience geven. We besteden veel aandacht aan vergeten smaken en proberen overal het beste vandaan te halen. Zo zijn de clementines van Corsica absoluut de beste. We houden overal proeverijen in de winkel, vaak in samenwerking met leveranciers. Heel veel lokale leveranciers komen bij ons over de vloer. De boer komt zijn eigen melk verkopen. Een plaatje van de boer op de verpakking is niet genoeg. Dat is een heel belangrijk aspect. We willen niet dat onze leveranciers alleen maar leveren, maar we moeten echt elkaars dna begrijpen. We ontwikkelen echt samen met leveranciers het product en ook op het terrein van financiering willen we iets voor leveranciers kunnen betekenen. Zo kan het voorkomen dat wij voor een wortelleverancier een sorteermachine kopen. Of dat we te accepteren hebben dat een van onze vissers maar één vis heeft gevangen.”
Voor veel Nederlandse retailers klinkt het verhaal van Manor misschien te mooi om waar te zijn, maar in Zwitserland is het mogelijk. Valdivieso: “In de supermarkt van Manor betaal je misschien twee tot drie keer zoveel dan in de Nederlandse supermarkt, maar de boeren kunnen er tenminste een normale boterham mee verdienen. Er wordt minder gesubsidieerd en dan zijn consumenten eerder bereid de ‘echte’ prijs van het voedsel te betalen. Er is respect voor voedsel en de producenten. Een Zwitser spendeert tussen de 30 en 35 procent van zijn inkomen aan voedsel, in Nederland is dat 17 procent. De echte smaak van voedsel wordt gewaardeerd. Terwijl in andere landen zoals Frankrijk en Italië de standaard juist omlaag gaat. Daarom vind je paardenvlees in je lasagne.”
Bron: Levensmiddelenkrant