AMSTERDAM – De Nationale Week Zonder Vlees gaat voortaan door het leven als ‘Wissel ‘ns Wat!’. In week 10 van 2026 zal de eerste keer campagne worden gevoerd onder de nieuwe naam. De Stichting Week Zonder Vlees wordt ondergebracht bij De Nederlandse Vegetariërsbond.
Met acht edities is de Week Zonder Vlees de grootste eetveranderingscampagne van Nederland. Er deden bij de laatste editie bijna drie miljoen mensen en 111 partners mee uit de sector, waaronder tien supermarktketens. Over aandacht was ook niet te klagen met 4135 artikelen in de Nederlandse media. De actieweek leverde ook nog eens een besparing van 911 miljoen autokilometers aan Co2e-uitstoot op.
Mijlpaal
Voor oprichter Isabel Boerdam is de nieuwe koers een mijlpaal. "Wat begon in 2018 aan mijn keukentafel, groeide uit tot een ongekende beweging. Dankzij een simpele actieweek ontdekten miljoenen mensen dat vaker plantaardig eten lekker, gemakkelijk en gezond kan zijn. De Nationale Week Zonder Vlees is echt een begrip geworden in Nederland en daar mogen we heel trots op zijn. Anno 2025 is de eiwittransitie onverminderd belangrijk in Nederland. Alle supermarkten hebben stevige doelstellingen en in foodservice neemt de plantaardige keuken een vlucht”, aldus Boerdam. “Het onderwerp ‘meer plantaardig eten’ is sinds 2018 breder bekend en breder geaccepteerd. De huidige tijd vraagt om een volgende stap: meer flexibiliteit, meer positiviteit, minder ‘moeten’. In samenspraak met onze partners hebben we daarom het roer omgegooid.”
Nieuwe koers
Die nieuwe koers was nodig omdat de laatste twee jaar het percentage Nederlanders dat plantaardig eten heeft omarmd, is gestabiliseerd. Het nieuwe campagneconcept heeft de naam ‘Wissel ‘ns Wat!’ gekregen. Het moet een vrolijke uitnodiging zijn om eens wat vaker plantaardig te kiezen, op je eigen manier. Remco Marinus, creative director bij betrokken reclamebureau Havas Lemz: “Als we willen dat meer mensen plantaardig gaan eten, moet het vooral lekker en leuk zijn. 'Wissel ’ns Wat!' doet precies dat: zin om iets nieuws te proberen, zonder de druk van ‘moeten’.”
Bron: Levensmiddelenkrant / Out.of.Home Shops