AMSTERDAM – Picnic startte recent een nieuwe campagne om klanten te laten profiteren van de enorme prijsverschillen tussen Duitsland en Nederland. De websuper onthulde twee jaar geleden dat veel producten in Duitsland aanzienlijk goedkoper zijn dan in Nederland, maar dat het deze producten eigenlijk niet aan Nederlandse consumenten mocht verkopen.
Fabrikanten maken het supermarkten bijna onmogelijk om producten goedkoper uit het buitenland te halen. Deze zogeheten ‘inkoopmuren’ waren de laatste tijd vaak onderwerp van discussie. Arjan Lubach liet onlangs in zijn programma zien welke trucs producenten gebruiken. Daarnaast spraken enkele directeuren van grote merken en supermarkten over het onderwerp met de Tweede Kamercommissie voor Economische zaken. In 2020 bleek uit een studie van de Europese Commissie dat indien afnemers hun producten vrij konden inkopen, Europese consumenten jaarlijks 14,1 miljard euro goedkoper uit zouden zijn.
Duitse etiketten
Een van de trucs die door fabrikanten wordt ingezet, is het niet vermelden van de ingrediënten van producten in het Nederlands. Als reactie hierop plakt Picnic stickers met de Nederlandse ingrediënten over de Duitse etiketten heen, omdat dit wettelijk verplicht is. Zo betaalde een klant bij Picnic in week 19 voor vier flessen van 1,5 liter Coca-Cola (regular of zero) € 6,99, terwijl dat normaal € 9,65 kost. Ook een grote pot Nutella (750 gram) is flink goedkoper: € 4,99 in plaats van € 7,14.
Blokkades
“In de Europese Unie geldt vrij verkeer van goederen. De fabrikanten profiteren daarvan door bijvoorbeeld op een centrale locatie zo goedkoop mogelijk te produceren, maar werpen blokkades op als supermarkten hun klanten van dit voordeel willen laten profiteren. Dat moet echt stoppen en wij gaan door met de strijd”, aldus Michiel Muller, medeoprichter van Picnic.
Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.
