‘Fusie Rainforest Alliance en UTZ goed voor de boeren’

Geschreven door: Maaike Tindemans

UTZ en Rainforest Alliance zijn beide duurzaamheidskeurmerken voor koffie, thee en cacao. Rainforest Alliance heeft daarnaast meer producten in haar portfolio zoals bananen en tropische vruchten. Beide organisaties kondigden begin juni aan dat zij gaan fuseren.

Er zijn verschillende keurmerken voor koffie, thee en cacao. Waarom wilden jullie graag met Rainforest Alliance fuseren?

UTZ-directeur Han de Groot: “Omdat we veel gemeenschappelijk hebben. We hebben beide een goed netwerk in de levensmiddelenindustrie en veel deskundigheid over duurzaam landgebruik. We hebben ook veel overeenkomsten met andere keurmerken, zoals Fairtrade. Een vergaande samenwerking met deze keurmerken zou ik zeker toejuichen, want samen staan we sterker dan alleen.”

Concurrentie tussen keurmerken kan ook goed zijn. Zo houd je elkaar scherp en daardoor hebben boeren een keuze. Hoe kijkt u daar tegenaan?

“Concurrentie is zeker goed. Maar we concurreren vooral met grondstoffen die niet duurzaam geproduceerd worden. Het is onze opdracht om het betere alternatief te bieden. We gaan één mondiale certificeringsstandaard ontwikkelen, die certificering voor boeren versimpelt en bedrijven in staat stelt om op efficiënte wijze duurzamere toeleveringsketens te realiseren. Dat is goed nieuws voor de 182.000 cacao-, koffie- en theeboeren die nu nog onder de twee afzonderlijke standaarden gecertificeerd zijn. Het helpt ook nieuwe boeren in het programma om efficiënter te investeren in duurzaamheid, omdat de fusie een einde maakt aan de dubbele hoeveelheid administratieve rompslomp. Bovendien hebben we samen een groter bereik en een sterkere stem. En we hebben samen meer financiële middelen waarmee we boeren kunnen ondersteunen. Daarmee kunnen we investeren in innovatie.”

Welke investeringen zou u graag willen doen?

“Door de klimaatverandering staan boeren voor nieuwe uitdagingen. Sommige koffieboeren zijn bijvoorbeeld genoodzaakt om hun productie te verplaatsen naar hoger gelegen gebieden. Dit betekent dat zij minder grond ter beschikking hebben en efficiënter moeten gaan produceren. We willen graag investeren in innovaties waarmee we de gevolgen van de klimaatverandering kunnen opvangen, zoals slimme irrigatiemethodes. Bovendien willen we investeren in innovaties waarmee we bijvoorbeeld de bloei van de koffiestruik kunnen vervroegen. Hiermee kunnen we het rendement van de beschikbare landbouwgrond vergroten.

Bovendien gaan we investeren in ICT-technieken waar boeren in Europa al op grote schaal mee werken. Door deze technieken krijgen de boeren betere informatie, bijvoorbeeld over het weer en de vochtigheid van de grond. Hierdoor kunnen ze hun middelen, zoals water en eventuele bemesting, beter inzetten en hun risico’s beter managen.”

Wat betekent de fusie voor de afnemers van de grondstoffen? Moeten zij hun vertrouwde logo gaan missen?

“We gaan beide keurmerken samenvoegen tot één gemeenschappelijke standaard voor de boeren. De aanpassingen daarvoor zijn niet dramatisch groot; het beste uit beide keurmerken wordt samengebracht. We weten nog niet precies hoe het nieuwe logo eruit komt te zien. Dit bekijken we in de volgende fase, als de fusie daadwerkelijk een feit is. We beslissen dit op basis van onderzoek en in overleg met onze stakeholders. We streven hierbij natuurlijk naar een eenduidige communicatie voor de consumenten en de bedrijven waar we mee samenwerken. Maar de komende 1,5 jaar zal er voor de afnemers in ieder geval niets veranderen.”

Verduurzaming gaat vaak in kleine stappen. Wat wilt u samen bereiken in de nabije toekomst?

“We willen bijvoorbeeld kleine boeren blijven helpen om zich te organiseren. De koffie- en theelandbouw bestaat uit grote en kleine spelers. De cacaolandbouw bestaat voor ongeveer 90 procent uit kleine boeren. Het zou een goede stap vooruit zijn als zij zich meer groeperen. Zo worden zij een sterkere speler in de markt en komen zij in aanmerking voor certificering. De fragmentatie is groot en daardoor vergt het een lang proces om hen samen te brengen.”

Wat zijn uw belangrijkste uitdagingen voor de verre toekomst?

“Voldoen aan de toenemende vraag. De wereldbevolking groeit en de welvaart neemt toe. Daardoor komt er, met name uit Azië, meer vraag naar producten zoals koffie, thee en cacao. De beschikbare landbouwgrond is beperkt. We zullen de productiviteit moeten vergroten om de wereld op de lange termijn te kunnen voeden.”

De wereldwijde groei van de middenklasse is immens groot. Is het haalbaar om aan die enorme toenemende vraag te voldoen? Of worden koffie, thee en cacao een schaars goed?

“Ik verwacht dat dat zeker haalbaar is. Ik zie nog genoeg mogelijkheden om de productiviteit enorm te verhogen. Maar het probleem is groter dan alleen koffie, thee en cacao. We zouden kritisch moeten kijken naar de footprint van de totale voedselketen. Er wordt bijvoorbeeld steeds meer vlees geproduceerd, waardoor er grote hoeveelheden landbouwgrond nodig zijn voor de productie van veevoer. Daardoor is er steeds minder landbouwgrond beschikbaar voor grondstoffen met een lage ecologische voetafdruk. We zouden kritisch moeten kijken hoe we daar in de toekomst anders mee om kunnen gaan.”

Wat is uw toekomstdroom?

 “Dat duurzaamheid de norm wordt en dat niet-duurzame producten een uitzondering zijn. Het is mijn droom dat de helft van de wereldmarkt van onze producten in 2020 bestaat uit duurzamer geproduceerde producten. Het percentage van duurzaam geproduceerde koffie, thee en cacao ligt nu tussen de 20 en 25 procent. Samen met de andere keurmerken moeten we dus nog een verdubbeling realiseren. Die ambitie is groot, maar niet onhaalbaar. Uiteindelijk hoop ik dat er geen discussie meer is over duurzaamheid. Duurzaamheid moet een vanzelfsprekendheid worden en fabrikanten die geen duurzaam geproduceerde goederen op de markt brengen moeten iets uit te leggen hebben. We werken hard om dat doel te bereiken.”

 

Bron: Levensmiddelenkrant