Formules

‘Nieuwe concepten hebben vooral lange adem nodig’

NIEUWVEEN - Er wordt steeds meer gezegd en geschreven over ‘nieuwe foodconcepten’ die zich tussen de supermarkt en de horeca in positioneren. Succesformules vinden we in buiten- en binnenland zoals Wholefoods (VS), Trader Joe (VS), Sla (Nederland) en Balls & Glory (België). Echter, sommige initiatieven sneuvelen ook weer.  

Willem-Paul de Mooij |

Zo sloot Bilder & De Clerck (zie foto) op 25 mei de vestiging na 1,5 jaar weer op de Amsterdamse Ceintuurbaan, heeft Landmarkt al eerder een vestiging moeten sluiten en lijkt ook Marqt nog werk aan de winkel te hebben om alle zaken optimaal renderend te krijgen. Het is een spannende tijd, omdat er weliswaar veel nieuwe concepten worden uitgeprobeerd in de markt, maar dat nog maar weinig spelers de ultieme sleutel voor een nieuw foodconcept hebben gevonden. Dat roept de vraag op waar de sleutel voor het welslagen van een dergelijk concept ligt, maar ook wat belangrijke struikelblokken kunnen zijn waarop nieuwe spannende initiatieven kunnen stuklopen. Out.of.Home Shops legde deze vraag voor aan een aantal marktkenners.

Dirk Mulder, sectormanager Food & Retail, ING Nederland
“Gezondheid en wantrouwen in de voedingsketen zijn op dit moment belangrijke aspecten voor de consument en daar speelt de speciaalzaak 2.0 zoals Marqt, Bilder&DeClercq, Juice&Salad, Eko Plaza en Landmarkt goed op in. Maar ook meer horeca-achtige initiatieven als de Markthal in Rotterdam, de Foodhallen in Amsterdam en restaurant Instock, die kookt met restanten van Albert Heijn-winkels.
Het blijkt echter dat nog niet in alle gevallen de doelgroep groot genoeg is om het commerciële succes ook financieel rendabel te laten zijn. De concepten trekken veel kijkers, maar het merendeel van de Nederlandse bevolking wordt nog steeds gedreven door prijs en aanbiedingen. Het is dus helaas vaak een kwestie van een lange adem om het commerciële succes ook financieel succesvol te laten zijn.”

Erwin Binneveld, Spar University en DenkDifferent
“We oordelen in Nederland vaak al snel over nieuwe concepten, zeker als ze niet werken. Het sluiten van winkels kan ook worden gezien als het testen wat wel en niet werkt. Wees blij dat mensen de dingen anders doen dan verwacht wordt. Daar ligt ook het succes! Als deze concepten zich nog meer zouden richten op food on the go, dan zijn ze volgens mij succesvoller. En food on the go is niet alleen maar out-of-homeproducten, maar gemak bieden in het ritme van de dag van de shopper. zorg dat je ook op die plekken bent waar de consument is.”

Prof. Gino Van Ossel, Retail & Consumer Goods Center, Vlerick Business School
“Elke ondernemer ontpopt zich in zijn eerste vestiging tot manusje-van-alles door andere taken op zich te nemen als er even wat minder klanten zijn. Net daarom is de schaalbaarheid van nieuwe concepten knap lastig. Want zodra je meer personeel inzet blijken nieuwe winkels slechts een beperkt aantal uren per week écht rendabel te zijn. Ofwel blijf je klein en ambachtelijk op en locatie werken, ofwel moet je opschalen om de marges te verhogen. Daarom geloof ik in de toekomst van Cru, het nieuwe food concept van de Colruyt Group, dat met een financieel sterke moeder wel over middelen beschikt om de groeiambities waar te maken. Ook Bilder & De Clerck pakken het slim aan, door thuis te bezorgen waar ze geen (dure) vestigingen hebben en door hun producten via de PLUS-supermarkten aan de man te brengen.”

Jim Koster, Jumbo-ondernemer in Reeuwijk
“Het struikelblok waar nieuwe spannende initiatieven tegenaan lopen, is de consument zelf. Je mag een consument best verrassen maar niet laten schrikken, dan kun je je plannetje wel vergeten. Een consument is ook maar een mens die vastgebakken zit in vaste patronen en gewoontes. Zoals eetpatronen. Bij de meeste mensen duurt het veertig keer voordat de hersens willen veranderen. Verplaats maar eens het lichtknopje in de slaapkamer; gegarandeerd dat je veertig keer misgrijpt. Om een consument zijn eetgewoonte te veranderen, heb je dus vooral geduld nodig. En natuurlijk een goed concept.”

Jan-Willem-Grievink, directeur FSIN
“Een gat in de markt zien en daar inspringen, dat voldoet niet meer. De ondernemer moet er allereerst heel zijn ziel en zaligheid in steken. Het product of gerecht én de gast of klant moeten centraal staan. Als je iets gaat verkopen dat je zelf niet het allerliefst zou eten, dan gaat het niet werken. En dan moet het ook nog uniek en compleet zijn. Een concept dat slechts een beetje anders is, werkt ook niet. Je kunt niet een beetje zwanger zijn. Als je wilt inspelen op de nieuwe trends, dan moet je dat ook helemaal doen. En je moet de aanvoer van die spullen ook wel goed geregeld hebben, rechtstreeks van de bron, efficiënt en ook niet te duur. Want dat is nu eenmaal de randvoorwaarde die dankzij de (te) goedkope supermarkten in Nederland geldt: te duur kan niet.”

Bron: Out.of.Home Shops

p1080144-a900x525.jpg