Ondernemers

NFV kritisch over ‘Wet Franchise’

HILVERSUM - ‘De Wet franchise nodigt uit tot samenwerking om ondernemerschap te versterken’, schrijft de Nederlandse Franchise Vereniging (NFV) in een statement op haar website. De NFV is positief, maar ziet ook een aantal haken en ogen. Directeur Jos Burgers geeft uitleg.

Mathijs van Eeten |

Ik lees op de site van de NFV dat de Wet franchise goed zou zijn voor zowel franchisegevers als -nemers, maar wat ik mij afvraag: is de NFV tevreden met de uitwerking van dit wetsvoorstel?
Burgers: “Over het algemeen is de NFV tevreden over het voorstel, met name daar waar het gaat over de precontractuele fase. Tussen wetsvoorstel dat ter consultatie voorlag en het uiteindelijke wetsvoorstel zijn veel veranderingen doorgevoerd en nieuwe begrippen geïntroduceerd. Die zijn niet allemaal duidelijk afgebakend en beschreven. Dwingendrechtelijk afgedwongen bepalingen vragen echter om kristalheldere bepalingen om franchisenemers en franchisegevers rechtszekerheid te bieden. We proberen door vragen te stellen meer duidelijkheid te krijgen. Dat kan de wet ten goede komen.”

Wat hebben franchisenemers en -gevers concreet aan deze wet, wat betreft de NFV?
“Precies wat we zeggen: dit wetsvoorstel nodigt vooral uit om afspraken met elkaar te maken. En de wet geeft aan waarover je afspraken moet maken. Als partijen de komende twee jaar goede afspraken maken met elkaar, en veel partijen hebben al best veel van de afspraken met elkaar vastgelegd, dan kunnen franchisegevers en franchisenemers doen waar ze goed in zijn: fatsoenlijk ondernemen, elk in hun onderscheidende rol in de samenwerking.”

Het dwingende karakter is volgens de NFV ongebruikelijk en onnodig. Het Vakcentrum vindt daarentegen dat het dwingende karakter wél nodig is om de wet bindend genoeg te maken in de praktijk. Wat vindt u van dat standpunt?
“Franchising gaat om samenwerking. Als je geen afspraken met elkaar kunt maken, kun je maar beter niet met elkaar samenwerken. Door instemmingsrecht in de samenwerking dwingendrechtelijk af te spreken, dreigt in de ogen van de NFV franchising geen samenwerking meer te zijn. We vrezen dat het kan verworden tot een continu onderhandelingsproces met juridisch afdwingbare gevolgen.”

Kunt u voorbeelden noemen van mogelijk praktische onuitvoerbaarheid, als gevolg van het dwingende karakter?
“Dwingend recht betekent niet dat de straf op het niet (helemaal) voldoen aan de wet ontbinding van de samenwerking vandaag is, maar dat je de samenwerking helemaal moet terugdraaien naar voordat er sprake was van samenwerken. Als een pizzabezorgdienst wil kijken of ze apart een concept voor belegde broodjes kan beginnen, moet je toestemming vooraf vragen als de pizzabezorgdienst nu een broodje in het assortiment heeft. Nu moeten we afspreken boven welk bedrag aan mogelijke omzetderving instemming vereist is. Als ondernemen een zo makkelijk voorspelbaar vak was, waren we allemaal wel ondernemers geworden. Je weet dat gewoon niet. Je zou ook moeten kunnen afspreken dat je gewoon een broodjesconcept moeten kunnen beginnen, zeker buiten de exclusiviteitsgebieden van de huidige franchisenemers. En dat je achteraf compenseert voor omzetverlies als dat aantoonbaar is. Maar dat mag met deze wet niet. Je moet toestemming vooraf vragen. Je moet echter je merk, dat boven de formule staat, continu kunnen blijven innoveren.”

Hoeveel vertrouwen heeft u erin dat de gewenste aanpassingen zullen worden doorgevoerd?
“De Tweede Kamer is degene die over de wet gaat, uiteindelijk. Zij hebben er alle belang bij om over alles wat in de wet staat, duidelijkheid te verschaffen. Duidelijke antwoorden geven op verduidelijkingsvragen is soms al genoeg in plaats van aanpassingen. En uiteindelijk zal bij te grote onzekerheid of onduidelijkheid ook de rechter nog meer duidelijkheid kunnen verschaffen. Deze nieuwe wet is pas het begin van een duidelijkere invulling van de samenwerking. We hopen als NFV vooral dat alle formules de komende tijd goede afspraken met elkaar vastleggen, voor zover dat niet al is gebeurd. Daar zullen we onze leden zoveel mogelijk bij helpen.”

Wat zijn de vervolgstappen van de NFV nu het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ligt?
“Verduidelijkingsvragen stellen. En leden helpen de wet te vertalen naar hun specifieke sector. Want franchising is een enorm diverse sector. Zorgen dat de discussie feitelijk wordt gevoerd op basis van de juiste argumenten. Verhalen zijn de afgelopen jaren uitvergroot, grote woorden en emoties zijn gebruikt. Maar vergeet niet dat franchising een enorm succesvolle manier van samenwerken en ondernemen is. Franchisenemers en -gevers hebben de economische crisis heel goed doorstaan. De meeste ondernemers zijn echt samen sterker door franchising. Recent onderzoek laat zien dat het aantal franchisezaken dat voor de rechter wordt gebracht, terugloopt. In 2018 werden 44 uitspraken gepubliceerd op rechtspraak. nl, waarvan 12 hogerberoepzaken en één in cassatie. Dus feitelijk maar 31 zaken en dat op ruim 800 formules en ruim 30.000 franchisevestigingen. Franchisegevers en franchisenemers winnen en verliezen ongeveer in gelijke mate. En volgens de onderzoekers is er geen sprake van ‘het topje van de ijsberg, maar een relatief getrouw beeld van het feitelijke aantal procedures’.”

Bron: Levensmiddelenkrant

jos-burgers-directeur-nederlandse-franchise-vereniging.jpg