DEN HAAG – De Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO) vertegenwoordigt de Nederlandse zuivelindustrie en heeft dertien leden. Levensmiddelenkrant sprak met Stephan Peters, programmamanager Voeding, Gezondheid en Duurzaamheid bij NZO, over zuivel. Naar voren komen onder andere dat de melkconsumptie de afgelopen twintig jaar is gedaald en dat plantaardige zuivel geen concurrent is.
Op het gebied van cijfers werkt NZO samen met onder meer ZuivelNL. Elk jaar brengen zij een rapport uit. Zo ook over vorig jaar: ‘Zuivel in Cijfers 2024’. “Ik zal een aantal cijfers uitlichten”, zegt Peters. “In 2024 werd ongeveer 13,7 miljard kilogram melk aangevoerd door Nederlandse melkveehouders, er waren 27 zuivelondernemingen en het aantal zuivelfabrieken bedroeg 54. Van 62% van de zuivel werd in 2024 kaas gemaakt, 10% ging naar melkpoeder, van 7% werden consumptiemelk en -producten gemaakt en 3% werd gebruikt voor boter en boterolie. De overige 18% werd gebruikt voor andere producten. Van de melk die geproduceerd werd in Nederland ging 25% naar landen buiten de EU en 75% bleef binnen de EU, waarvan 40% in Nederland. Ten slotte is de Nederlandse melkprijs met 7% gestegen ten opzichte van het jaar daarvoor.”
Melkconsumptie
Volgens Peters is het zuivelschap een heel stabiel vak als het gaat over trends. “Wij baseren ons voornamelijk op consumptiepeilingen van het RIVM als het om consumptiecijfers gaat. Wat gebeurt er nou in de categorie? Je hoort heel vaak de eiwittransitie terugkomen en dat er meer plantaardige imitatieproducten komen, maar wij zien eigenlijk dat de zuivelverkoop en de consumptie heel stabiel zijn, met één uitzondering. En dat betreft melk. In twintig jaar tijd is er een hele kleine, maar gestage afname te zien wat betreft de consumptie van melk en dat lijkt nu te stabiliseren. De afgelopen twee decennia is er een daling van 1% per jaar geweest. Dat lijkt weinig, maar over al die jaren heen kom je uit op 20%. Het geldt niet voor kaas, kwark, et cetera. Daar zien we wel een stabiele inname”, aldus Peters.
Een misvatting over waarom er minder melk wordt geconsumeerd, is dat er allemaal nieuwe plantaardige producten op de markt komen. “Uiteraard hebben wij het aantal plantaardige producten zien toenemen, maar ze concurreren nog niet echt met melk of andere zuivelproducten. In 2024 was het aandeel melk en melkdranken 92,30% ten opzichte van 7,70% plantaardig alternatief. Yoghurt was 94,40% ten opzichte van 5,60% plantaardig alternatief en kaas was 99,05% ten opzichte van 0,95% plantaardig alternatief. De grootste concurrent van melk is water. Heel veel mensen lopen tegenwoordig met een waterfles rond. Het klassieke consumptiemoment van melk was vroeger tijdens de lunch. Alleen als je water bij je hebt, drink je dat al snel tijdens de lunch in plaats van melk”, zegt Peters.
Darmgezondheid
Op het gebied van darmgezondheid kan NZO zich niet uitspreken over specifieke producten, maar ze constateren wel dat er veel aandacht is voor dit onderwerp, ook buiten het zuivelschap. Binnen de voedingswetenschap is darmgezondheid een belangrijk thema en daar is NZO blij mee. “Los van probiotica en probiotische bacteriën is al langer bekend dat lactobacillus, aanwezig in gefermenteerde zuivel, een positief effect heeft op de gezondheid. De belangstelling voor de werking van goede bacteriën op de darm neemt toe en tegelijkertijd groeit het inzicht in de invloed van darmgezondheid op de algemene gezondheid. Dat is een zich ontwikkelende wetenschap,” licht Peters toe.
Lactosevrije producten
NZO ziet eveneens het aantal lactosevrije producten toenemen. Peters signaleert misverstanden op dit gebied. “Je hebt veel mensen die denken dat ze lactose-intolerant zijn, terwijl ze dat niet zijn. Er zijn natuurlijk genoeg mensen die het wel echt hebben, maar zij denken vaak dat ze helemaal geen zuivelproducten kunnen eten. De problemen zitten echter vaak alleen bij melk. Als je lactose-intolerant bent, kun je best gefermenteerde zuivel eten en yoghurt en kaas sowieso. Daar zit weinig lactose in. Lactosevrije zuivel is overigens even gezond als lactosehoudende zuivel”, vertelt Peters.
Stabiel
In hoeverre is de vraag van consumenten naar zuivel veranderd? “Wij weten op basis van onze eigen data dat de vraag altijd hoog is geweest. Minimaal 97% van de Nederlanders consumeert zuivel, 70% daarvan doet dit dagelijks. Het aantal zuivelconsumenten is altijd constant gebleven. De yoghurtconsumptie is wel iets toegenomen. Dit heeft te maken met dat er iets meer producten met een gezond imago worden geconsumeerd, zoals kwark. We zien dat de consument meer basiszuivel consumeert in plaats van gezoete zuivel. De consument kiest zelf minder voor zoet en er staan ook minder zoete producten in het schap”, zegt Peters.
Educatie en toekomst
NZO zet zich actief in voor voedseleducatie op diverse vlakken, met speciale aandacht voor het versterken van de verbinding tussen consument en voedselproductie en de voedingswaarde van zuivel. Ze ondersteunen initiatieven zoals Smaaklessen en boerderijbezoeken, zodat kinderen en volwassenen beter begrijpen waar melk vandaan komt en wat de culturele waarde ervan is. Samen met partners ontwikkelt NZO educatiemateriaal dat aansluit bij verschillende leeftijdsgroepen.
Peters denkt dat de sector zich blijft ontwikkelen in de toekomst. Hierover zegt hij: “We mogen heel trots zijn op deze sector. Het is een hele innovatieve tak. Een sector die ook heel erg verbonden is met Nederland. We zorgen niet alleen voor goede producten, we letten eveneens op dierenwelzijn en we zorgen voor welvaart in Nederland. Daarnaast letten we op een stukje cultuur en landschap. In vijf of tien jaar zal er volgens mij niet enorm veel veranderen, behalve nog gezondere producten op de markt en nog meer aandacht voor darmgezondheid.”
Over de Nederlandse Zuivel Organisatie
De dertien leden van de Nederlandse Zuivel Organisatie zijn: Arla Foods, Ausnutria, Cono Kaasmakers, Doc Kaas, Hochwald Foods Nederland, Kaasmakerij Henri Willig, Koninklijke FrieslandCampina, Rouveen Kaasspecialiteiten, Royal A-ware, Royal Lactalis Leerdammer, Vreugdenhil Dairy Foods, Yakult en Zuivelfabriek De Graafstroom. “We richten ons op precompetitieve zaken, gezamenlijke belangen en natuurlijk ook op het belangrijke onderwerp melkkwaliteit. Daar hebben we monitorprogramma’s voor lopen. We houden ons daarnaast bezig met handel en economie, voedingsaspecten en duurzaamheid van onze industrie”, aldus Peters.
Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.