Bij artificial intelligence (AI) krijg je wat je vraagt. Ook als het een domme vraag is. Dat maakt AI tegelijk fascinerend én riskant. Want als je niet weet wat je wilt bereiken, krijg je vooral meer van wat je al had.
Veel bedrijven zijn al goed op weg: ze beperken emissies in transport, verminderen verpakkingsgebruik, vermijden onnodige kilometers en experimenteren met snelle thuisbezorging, afhaalpunten en gezamenlijke distributie. Daarmee dragen ze bij aan duurzamere logistiek en tevredener consumenten. Toch kan het slimmer. De marges staan onder druk, de logistieke kosten stijgen en klanten verwachten steeds meer. AI helpt bedrijven om met minder voorraad, voertuigen en mensen méér te doen. Maar technologie alleen is niet genoeg.
Een mooi voorbeeld is het BBQ-alarm bij supermarkten. Zodra het warm wordt, voorspellen AI-modellen welke producten plotseling populair worden. Denk aan vlees, ijsjes en fruitsalades die in razend tempo over de toonbank vliegen. Retailers, leveranciers en transporteurs delen dan realtime data om schappen gevuld te houden. Dankzij GS1-datastandaarden kan de keten binnen enkele uren schakelen; van extra bestellingen tot de inzet van extra koelwagens. Dat is AI in actie: voorspellen, verbinden en versnellen.
Toch werkt dat alleen als de data kloppen. Zonder schone, actuele en verrijkte data, met informatie over verkeer, weer, promoties of consumentengedrag, blijft AI een gokspel. Bovendien draait het niet om technologie, maar om samenwerking. Met collaboratieve AI en federated learning kunnen foodbedrijven gezamenlijke modellen trainen zonder concurrentiegevoelige gegevens te delen. Zo ontstaan inzichten die verspilling tegengaan, capaciteit beter benutten en CO2-uitstoot verlagen, zonder dat iemand zijn data hoeft af te staan.
Maar de echte kracht van AI begint niet bij algoritmes. Die begint bij strategie. Vraag eerst: welke transitie willen we maken, welke processen doen er echt toe, en welke data hebben we daarvoor nodig?
AI is geen wondermiddel. Het vraagt visie, governance en lef. We moeten van voorspellen naar voorstellen. AI draait niet alleen om slim voorspellen, maar om verstandig vragen stellen over wat je wilt bereiken; de juiste klanten, meer winstgevende omzet en minder CO2-uitstoot. Daar begint echte innovatie.
Wie slim vraagt, krijgt met AI grip op prestaties, knelpunten en scenario’s. Zo wordt technologie pas echt een bron van duurzame vooruitgang; voor de levensmiddelenbedrijven en voor de consumenten.
Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.
