Rob van Herpen.jpg Rob van Herpen is eigenaar van CaminoR Advies B.V. en auteur van ‘Lekker zakendoen’.

Column: De kracht van de korte keten

Je zou denken dat een appel gewoon een appel is. Maar als je diezelfde appel koopt bij de boer om de hoek, smaakt hij ineens anders. Niet per se zoeter, maar eerlijker. Menselijker, misschien. En dat lijkt de consument van vandaag steeds beter te proeven. Supermarkten ook. De roep om lokale producten groeit – en daarmee ook de wens naar lokale keteninrichting.

Rob van Herpen |

Waar jarenlang schaalvergroting en globalisering de leidende principes waren in de assortiments-, leveranciers- en supplychainkeuze, zien we nu een beweging in omgekeerde richting. Lokaal is het nieuwe luxe, het nieuwe ‘écht’. Niet langer alleen weggelegd voor boerenmarkten of biologische speciaalzaken (voor Odin en Ekoplaza is het de basis), maar steeds vaker onderdeel van de strategie van grote ketens. Lidl, Jumbo, Albert Heijn en de Superunieleden – allemaal spelen ze met regionale assortimenten, lokale samenwerkingen en verhalen van boeren op het etiket.

En dat is niet zomaar een marketingtruc. Het is een reactie op iets wat dieper zit: een groeiende behoefte aan verbinding. Tussen mens en voedsel. Tussen consument en producent. We willen weten wie onze groenten teelt, hoe ons brood tot stand komt, of de koe die onze melk geeft gelukkig is. Korte ketens geven die informatie een gezicht.

Daar komt bij dat lokale keteninrichting niet alleen goed voelt, maar ook goed doet. Het verkort de voedselketen – en dus de transportafstand. Minder vrachtwagens, minder CO2, minder afhankelijkheid van fragiele internationale netwerken. En eerlijk is eerlijk: na een pandemie, een oorlog in Europa en een paar vastgelopen containerschepen in het Suezkanaal, weet inmiddels iedereen hoe kwetsbaar die lange ketens zijn. En ook als we naar het politieke landschap kijken – internationaal en binnen Nederland – ziet de toekomst er op z’n minst ongewis uit.

Tegelijkertijd zijn er ook haken en ogen. Lokale producten zijn niet altijd goedkoper – en supermarkten zijn nog steeds kampioenen in prijzenslagen. Logistiek wordt er een nieuwe puzzel gelegd: tientallen kleine leveranciers in plaats van één groot distributiecentrum. En dan is er nog de schaalvraag: hoe ‘lokaal’ kun je blijven als je honderden filialen door het hele land moet bevoorraden? Ook op gebied van dataverstrekking zien we problemen, soms zelfs al bij het maken van een simpele barcode.

Maar dat zijn geen redenen om de beweging tegen te houden – het zijn juist uitdagingen om creatief te benaderen. Denk aan regionale hubs, digitale platforms voor producenten, coöperaties tussen boeren of afspraken over volumes en leveringszekerheid. Technologie en samenwerking kunnen lokale ketens schaalbaar maken. Mits de wil er is.

En die wil groeit. Niet alleen bij consumenten, maar ook bij supermarkten die snappen dat ‘lokaal’ niet alleen een trend is, maar een maatschappelijke verschuiving. In een wereld waar voedsel steeds meer een product is geworden, herinnert lokaal ons eraan dat het ook een proces is. Een verhaal. En soms zelfs een gezicht.
Dus ja, een appel is misschien gewoon een appel. Maar de plek waar hij vandaan komt, doet ertoe. En steeds meer supermarkten lijken dat – eindelijk – in te zien. Gelukkig maar!

Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.