GRAFT DE RIJP – Op 1 juli is de Single Use Plastic (SUP)-wetgeving in werking getreden. Deze wet verbiedt ondernemers om kosteloos wegwerpplastic aan te bieden voor kant-enklare maaltijden. Supermarkten kunnen kiezen voor een meerprijs op deze producten, of verpakkingen vervangen voor een duurzamer, plasticvrij alternatief. Maar wat is nu de impact op de supermarktbranche, drie maanden na de invoering? Of is het nog te vroeg voor conclusies?
Sinds 1 juli 2023 hanteren supermarkten in de praktijk een meerprijs voor alle SUP-producten. De wet schrijft als advies 10 tot 50 cent per eenheid. Maar de ondernemer is vrij in het bepalen van de hoogte van de toeslag. Naast de toeslag kan de ondernemer nog meer maatregelen treffen om het gebruik van wegwerpplastic terug te dringen. Zo kunnen supermarkten onder meer herbruikbare verpakkingen aanbieden. Ook kan het meenemen van eigen verpakkingen worden gestimuleerd. Een combinatie van maatregelen, bovenop de toeslag, kan het terugdringen van plastic verpakkingen nog meer vergroten. Om de impact te kunnen beoordelen, zijn er verschillende factoren die de effectiviteit beïnvloeden. Dat zijn de hoogte van de toeslag en de communicatie erover naar de consument. De klant wil namelijk het ‘óf’ en het ‘hoeveel’ weten. Maar is dat ook zo?
Bedrijfsvoering
Levensmiddelenkrant vraagt Marcel Bakker, ondernemer Plus Graft De Rijp, hoe hij is begeleid bij de uitvoering van de SUP-toeslag. “Zowel het Vakcentrum als het Centraal Bureau van Levensmiddelen (CBL) en het hoofdkantoor van Plus hebben mij geïnformeerd en begeleid”, vertelt Bakker. De invoering in het kassasysteem werd de ondernemer uit handen genomen. Dit duurde langer dan de bedoeling was, maar daar ondervond Bakker geen hinder van. Wat hij nog steeds mist, is een overzicht van de producten met een SUP-toeslag. Hij merkt dat daar nog verwarring over is. Doordat het proces voor de rest soepel verliep, heeft de ondernemer niet het idee dat de invoering en het naleven van de SUP-regel grote invloed heeft gehad op zijn bedrijfsvoering. Ook de klant lijkt geen last van de SUP-regel te hebben. “We zijn vrij in het bepalen van de hoogte van de meerprijs op de producten. Bij Plus rekenen we slechts 1 cent per plasticeenheid, daar hebben we uit concurrentie-oogpunt bewust voor gekozen. Dat merken de klanten niet. Ze laten er geen producten om staan. Ik heb geen omzetdaling sinds 1 juli en ook het koopgedrag is niet veranderd.” Vooralsnog staat de SUP-heffing alleen op het kassabonnetje bij deze Plus-winkel. De klant kan geen vermelding op de schapkaartjes terugvinden. “Ik moet zeggen dat ze er bij mij ook niet naar vragen, hoor. Het komt slechts een enkele keer ter sprake”, aldus Bakker.
Overkill
De overkill aan verpakkingsmaterialen voor supermarktartikelen is echter wel regelmatig een onderwerp van gesprek in de gangpaden van de winkel; zowel bij de klanten onderling als tussen Bakker en zijn klanten. “We zijn die rommel al een tijdje zat. Ik denk dat 95% van plasticverpakkingsafval thuis in de afvalbak, bij de supermarkt vandaan komt. Ik wijs mijn klanten daar ook op.” Struik neemt ontbijtgranen als voorbeeld van bron van ergernis: “Klanten nemen de zak met inhoud mee en laten de kartonnen doos achter in de winkel; als een soort statement. Dit doen ze ook met plastic omverpakkingen. Die groep klanten wordt steeds groter. Het zijn met name oudere mensen, met kleinkinderen.” Bakker concludeert: “Ik voel me voor een deel verantwoordelijk voor de afval die uit mijn winkel komt. Maar eigenlijk zouden fabrikanten, producenten en leveranciers het voortouw moeten nemen in verandering in de afvalketen. Zij moeten als eerste hun verantwoordelijkheid nemen en integraal samenwerken om de keten circulair te maken. Ik zie graag kennis en technologie gedeeld worden binnen de keten.”
Ketensamenwerking
De ondernemer vindt dat er nog meer moet worden gedaan aan zwerfafval. Het doel van de Europese en Nederlandse overheid om besef te creëren van de impact die plastic op het milieu heeft, begrijpt hij heel goed. En daar staat hij ook zeker achter. “Ik heb zelf twee kleine kinderen en wil graag ‘de boel’ een beetje netjes achterlaten voor de volgende generatie. Maar ik geloof niet dat deze specifieke regel effect heeft. Ik noem het eerder symptoombestrijding”, verzucht de Plus-eigenaar. Hij vervolgt: “We missen een alternatief op verpakkingen, veel is niet herbruikbaar. Ik heb met Kras Recycling uit Volendam gesproken. Die noemt het verwijderen van inkt als probleem bij het recyclen.” Kras vindt dat er minder inkt bij de productie kan worden gebruikt. Dit moet het milieu ten goede komen. Ook etensresten maken het recyclen moeilijker.
Alternatieven
Er zijn supermarkten die met verpakkingsvrije alternatieven komen. Klanten kunnen zelf meegebrachte bakjes vullen met producten als rijst en suiker. Bakker vindt dit in theorie een interessant fenomeen. “Maar met een zuil van 10 kilo suiker bespaar je niet zoveel aan verpakking. Tenzij het er zo aan toe gaat als vroeger, bij de kruidenier, maar dat is ingewikkeld. Daarbij zijn hygiëne en kwaliteit heel belangrijk. Ik weet niet of ik die kan waarborgen.” Hij mist een andere manier van verpakken.
Het effect van de SUP-regel is vooralsnog niet meetbaar. Onderzoek van het RIVM wijst uit dat het gebruik van wegwerpplastic in supermarkten licht is afgenomen. Dit kan wijzen op een positieve invloed van de regel. Het is echter nog te vroeg om te concluderen of deze afname blijvend kunnen noemen.
Dit artikel verscheen eerder in Levensmiddelenkrant. Abonneren? Klik hier.