Hoe zet Jumbo zich in voor de eiwittransitie?

Net zoals alle andere supermarkten heeft Jumbo zich verbonden aan het klimaatakkoord van Parijs. Een van de doelen is het terugdringen van de CO₂-uitstoot. De productie van dierlijke eiwitten staat bovenaan de lijst met de hoogste uitstoot. Een van de maatregelen om de CO₂-uitstoot terug te brengen is de eiwittransitie. Dat houdt voor Jumbo en de andere supermarkten in dat uiterlijk in 2030 minimaal 60% van alle verkocht eiwitten van plantaardige oorsprong is. Nu is dat voor de sector nog rond de 40%.

Uitdaging
“Het is natuurlijk niet alleen een uitdaging voor Jumbo, maar van de hele wereld”, begint Wigtman. “Wij geven daar heel serieus invulling aan door bijvoorbeeld sinds vorig jaar te stoppen met de tijdelijke aanbiedingen op vers vlees. Dat is toen nadrukkelijk in het nieuws geweest. We zijn gestopt met de van-voor aanbiedingen om de consumptie van eiwitten meer richting de plantaardige eiwitten te sturen.” Wigtman is verbaasd dat de andere supermarkten, die dezelfde ambities en afspraken hebben, daar niet in mee zijn gegaan.

“Dat is niet het enige dat wij doen. We zetten heel erg in op productontwikkeling en dan ook op de zogenoemde hybrideproducten met vlees en peulvruchten. Dat is dus een combinatie van reguliere vleesproducten zoals hamburgers en worstjes, waar peulvruchten aan worden toegevoegd. We ruilen dus eigenlijk een stukje dierlijk om voor plantaardig”, legt Wigtman uit. “We zijn begonnen om een redelijk laag percentage van 10% peulvruchten (veldbonen-isolaat, red.) toe te voegen, waardoor het product plantaardiger en lekkerder wordt. We doen dit om een hele grote groep klanten te bereiken die graag vlees eten en niet van vandaag op morgen iets anders gaan eten.” Het plan is om in de komende jaren het percentage plantaardige eiwitten beetje bij beetje te verhogen in deze producten.

Uit de smaaktesten van de meer dan honderd hybrideproducten die Jumbo onafhankelijk liet uitvoeren scoorde één product gelijk aan de 100%-vlees variant. De overige producten werden allemaal als lekkerder dan de 100%-vlees variant beoordeeld.

Betere kwaliteit
De onder het eigen foodmerk Jumbo’s geïntroduceerde vleesvervangers zijn onderdeel van de transitie. Daarmee wil Jumbo een stap maken naar een betere kwaliteit producten. “De markt van vleesvervangers heeft het heel erg moeilijk en de verkoop neemt af”, merkt hij op. “Daarom moeten we echt naar een veel beter en lekkerder product om de klanten te verleiden voor vleesvervangers te gaan. En niet alleen daar maar ook in het zuivelschap en daar producten te lanceren die gewoon echt goed zijn. Wij zijn ervan overtuigd dat we meer klanten kunnen verleiden om een keer geen vlees of zuivel te nuttigen als de plantaardige vervangers kwalitatief goede en vooral lekkere producten zijn.”

Dat Jumbo voor kwaliteit en smakelijke producten gaat is geen toeval. Daar heeft het bedrijf volgens Wigtman de laatste tijd de focus op gelegd. Hij wijst naar het zuivelschap waar de supermarkt het merk De Nieuwe Melkboer heeft geïntroduceerd. “Dat is een plantaardige alternatief voor yoghurt gemaakt van in Nederland geteelde sojabonen. Vooral heel lekker en toevallig plantaardig, zou ik zeggen. En daarmee zorgen we ervoor dat het een laagdrempelige manier is voor klanten om een keer iets anders te nuttigen.”

Zelfde prijsniveau
Prijs was bij consumenten eerder een barrière bij vleesvervangers. Daar zijn ze bij Jumbo mee bezig, vertelt Wigtman. “We hebben de vleesvervangers op hetzelfde prijsniveau gezet als de dierlijke tegenhangers en we hebben dus geen tijdelijke promoties meer op vlees. Nu de prijs geen hindernis meer is, brengen we structureel de vlees- en zuivelvervangers onder de aandacht, zowel door promoties als in de folders en proeverijen op de winkelvloer. We zetten de plantaardige producten naast de dierlijke varianten in het schap. Zo brengen we de plantaardige producten onder de aandacht en laten we de consument langzaam wennen aan een meer plantaardig dieet”, vervolgt de unit manager zijn verhaal.

Wat ze bij Jumbo niet doen is blijven hameren op het feit dat de producten plantaardig zijn. Deze specifieke framing is voor klanten juist de reden om deze producten niet kopen. “We zijn heel transparant over de producten, maar promoten dat niet op de verpakking staan dat deze producten plantaardig zijn. We zien juist daardoor dat klanten de producten een keer kopen. En hopelijk zijn ze dan overtuigd om het nog een keer te kopen”, legt Wigtman uit.

Toegevoegd eiwit
De hype van producten met toegevoegde proteïne zorgt in de eiwittransitie voor verstoring. De proteïne die hiervoor wordt gebruikt is vaak van dierlijke oorsprong, waardoor high protein producten meer verkocht worden. Dat is Wigtman niet ontgaan. “Overal waar proteïne op wordt gezet verkoopt op dit moment aanzienlijk beter, terwijl het bestaande product vaak helemaal niet zoveel anders is. Het is een trend die we vandaag of morgen niet gaan stoppen. Bij Jumbo denken we wel dat die producten prima met plantaardige eiwitten zijn te maken, want die zijn er gewoon. Die zijn misschien wel iets duurder bij opstart maar bij meer massaproductie goedkoper kunnen worden dan het dierlijke. De hele keten, dus ook de A-merken die deze producten nu op de markt brengen, hebben een rol in het halen van het klimaatakkoord van Parijs en de daaraan gekoppelde eiwittransitie.”

Om klanten te helpen vaker te kiezen voor plantaardige producten is Jumbo een tweejarige Publiek Private Samenwerking  (PPS) gestart met Wageningen University & Research (WUR), Intersnack, De Vegetarische Slager, Alpro en Hak. Er zullen pilots worden gehouden op de winkelvloer, zoals met schapposities en signing. De supermarkt wil hiermee beter inzicht krijgen in wat klanten beweegt om vaker te kiezen voor plantaardig.

Juiste snaar
Jumbo is serieus bezig met de eiwittransitie om zo de doelstellingen in 2030 te halen. Het stoppen van de tijdelijke promoties van vers vlees is voor het bedrijf een behoorlijke investering. De supermarkt begrijpt goed dat de beweging naar meer plantaardig uit de klanten zelf moet komen, maar dat er wel verleid kan worden. Om daar de juiste snaar te raken, is onderzoek nodig met andere partijen uit de keten en met kennisinstituten zoals WUR.

Bron: Levensmiddelenkrant