LEUVEN - De populariteit van alcoholvrij bier neemt toe en daarmee ook de hoeveelheid restalcohol. Tot nu toe werd dat gezien als restafval, maar David de Schutter, hoofd R&D van AB InBev Europa, bedacht een manier om van restalcohol biobrandstof te maken.
Wekelijks vertrekken bij AB InBev in Leuven drie tankwagens met alcohol, in totaal 75.000 liter. Dat is de restalcohol van zijn niet-alcoholische gamma, waaronder Leffe Blond 0.0%, Hoegaarden 0.0% en een deel Jupiler 0.0%. “85 blikjes alcoholvrij bier kunnen zorgen voor 1 liter biobrandstof. Ons doel is om op de lange termijn geen alcoholafval meer te hebben. We willen zoveel mogelijk opnieuw gebruiken in de circulaire economie”, legt De Schutter uit.
Twee jaar geleden heeft het bedrijf zichzelf uitgedaagd om op een ecologische manier om te gaan met restalcohol. Een deal met Alcogroup, een Belgische producent van biobrandstoffen, is daar de eerste concrete uitkomst van. Tot en met juni loopt een project waarin zij zo’n 1 miljoen liter restalcohol zullen omzetten in biobrandstof. “Via een specifieke procedure halen we ethanol uit de restalcohol en zetten die om naar biobrandstof. Per 100 liter restalcohol levert dat 18 liter biobrandstof. We zijn blij dat we samen met AB InBev een hernieuwbare oplossing hebben gevonden”, zegt Charles Albert Peers, ceo van Alcogroup.
Co-product
Het hergebruiken van restalcohol is voor AB InBev het begin van een drijfveer binnen het bedrijf. “Als de populariteit van de niet-alcoholische bieren zo blijft stijgen, en dus ook de hoeveelheid restalcohol, willen we de uitdaging aangaan om er een hoogwaardig co-product van te maken”, vertelt De Schutter. In Australië maakt de brouwer al azijn op basis van restalcohol. De fabrikant optimaliseerde eerder het kookproces tijdens het brouwen om zo minder warmte en waterdamp te verbruiken. Vorig jaar kondigde Ab InBev aan nieuwe proteïneshakes te maken op basis van granen die overblijven na het brouwproces.
Bron: Levensmiddelenkrant
