Fabrikanten

Knorr blijft inzetten op meer groenten en minder zout

[SPECIAL REDUCTIE] ROTTERDAM - Na het aanpassen van de receptuur op de verpakkingen vorig jaar, blijft Knorr zich inzetten voor een beter voedingspatroon met meer groente en minder zout, suiker en vet. Herformulering van de eigen producten blijft een van de prioriteiten. Stapsgewijs, om consumenten te laten wennen aan nieuwe smaken. Bianca van Overveld, brand manager Knorr Wereldgerechten, neemt ons mee in de wereld van Knorr.

Janneke Vermeulen |

Knorr is al langere tijd bezig consumenten te ondersteunen beter te eten. Wat doen jullie op het gebied van reductie?
“De gezondheid van consumenten is voor Unilever van cruciaal belang. We werken continu aan de verbetering van de smaak en voedingswaarde van onze producten. Ons doel voor eind 2020 was om het gedeelte van ons assortiment dat voldoet aan de hoogste voedingsnormen, te hebben verdubbeld naar 60 procent. Deze hoogste voedingsnormen zijn vastgesteld op basis van wereldwijd erkende voedingsrichtlijnen. Ze omvatten per productgroep specifieke criteria ten aanzien van voedingsstoffen die een negatieve invloed hebben op de gezondheid – met name zout, verzadigd vet, transvet, suiker en calorieën. We hebben deze commitments bereikt: in de Benelux voldeed eind 2020 maar liefst 69 procent van het totale portfolio aan deze doelstelling.
Bij Knorr hebben we door de jaren heen ook hard gewerkt aan de herformulering, zoals stap voor stap zoutverlaging. Ook bij andere producten, zoals de maaltijdmixen macaroni, chili con carne en bami, hebben we de laatste tien jaar zoutreductie doorgevoerd. Alle producten die de afgelopen jaren gelanceerd zijn, voldoen aan de 5 gram zoutdoelstelling van de WHO, zoals de ‘Natuurlijk lekker’ maaltijdmixen en droge soepen. Met als nieuwste innovatie onze Zero Salt Bouillon, gemaakt van onze unieke mix van groenten, kruiden en specerijen, en geen zout.”

Hoe gaat zo’n herformulering in z’n werk?
“Dit is een uitgebreid traject van meerdere jaren. Om de wereldgerechten als voorbeeld te nemen: we willen de producten herformuleren met behoud van de vertrouwde smaak. We reduceren steeds in kleine stapjes zout, suiker en vet tot ze voldoen aan de voedingskundige criteria van Unilever. Bij sommige producten lukt dat in één keer, bij andere varianten gaat daar een paar jaar overheen. We ontwikkelen met voedingskundige experts en testen regelmatig met een uitgebreid en ervaren panel en met consumenten. Neem als voorbeeld zoutreductie. Zout heeft een eigen smaak, versterkt andere smaken en speelt een belangrijke rol bij bewaren van voeding én bij de textuur. Bij het verlagen van zout in producten moeten we extra aandacht hebben voor het behoud van smaak, textuur en kwaliteit. En het is belangrijk te voorkomen dat consumenten tijdens de bereiding of aan tafel zelf zout toevoegen. Daarom laten we de consumenten stapsgewijs wennen aan de nieuwe, minder zoute smaak. Dat vraagt tijd, maar het werkt wel.”

Pakjes en zakjes staan geregeld ter discussie. Hoe spelen jullie daarop in?
“Ons motto is om te kijken naar het stimuleren van meer groente en de voedingskwaliteit van producten. Door die te verbeteren, kunnen we het voor consumenten gemakkelijker maken om beter te eten. Neem het drogen van groenten, een van de oudste conserveringstechnieken. Drogen is een vorm van verwerking waarbij het water uit groenten wordt gehaald om ze te conserveren. Het is een geweldige manier om voedselverlies en -verspilling tijdens de productie, distributie en opslag thuis te voorkomen. Een ander voordeel van gedehydrateerde groenten is dat ze lichter zijn en dus vriendelijker voor de planeet tijdens transport. Bovenal zijn gedroogde groenten veilige voedingsproducten die betaalbaar, toegankelijk en voedzaam zijn voor iedereen.”

Wat doen jullie, behalve reductie, verder om consumenten beter te laten eten?
“Onderzoek toont aan dat slechts zes procent van de mensen de minimale aanbevolen hoeveelheid groenten van 250 gram per dag eet. Onze missie is dus om consumenten meer groente en minder vlees te laten eten, voor henzelf én voor onze planeet. Knorr helpt met inspiratie om groente eten makkelijker en smaakvoller te maken, onder andere door de recepten op de verpakking te herschrijven met minimaal 200 gram groente per persoon. Een derde van de consumenten kookt deze recepten met lekker veel groente. We zijn dan ook erg trots om te kunnen zeggen dat Nederlanders sinds 2010 al 2,9 miljoen kilo meer groente eten door de verbetering van de recepten van de wereldgerechten!
Daarnaast hebben we dit jaar de Knorr groentekalender gelanceerd, met iedere maand een seizoensgroente met lekkere recepten in de spotlight op social media en in video’s. Zo stimuleren we consumenten om lokale, duurzame groente en meer variatie in hun voedingspatroon te brengen.”

Wat zijn jullie ambities met betrekking tot reductie op lange en korte termijn?
“Het komende jaar pakken we het hele portfolio van Knorr aan, van bouillon en maaltijdmixen tot de wereldgerechten. Eind 2022 moet 75 procent van alle producten voldoen aan de hoogste voedingsnormen. Tevens hebben we recent een nieuw en ambitieus programma gelanceerd: ‘Future Foods’, voortbouwend op de doelstellingen in het Unilever Sustainable Living Plan en de verderzetting van onze herformuleringsagenda. Daarmee willen we een aanzienlijke bijdrage leveren aan het herstellen van het huidige voedselsysteem. Het is tijd om dat te herzien en er gezamenlijk voor te zorgen dat gezondere en duurzamere voeding betaalbaar, aantrekkelijk en toegankelijk wordt voor iedereen.
Future Foods is gericht op twee kerndoelen: consumenten te laten overstappen op gezondere voeding en de milieu-impact van de wereldwijde voedselketen te verminderen. Een van de doelstellingen daarbij is het structureel verlagen van de hoeveelheid calorieën, zout- en suikergehaltes in onze producten. Knorr zal een actieve bijdrage gaan leveren aan deze ambities door verder te blijven herformuleren en voedingsstoffen met een negatieve invloed op gezondheid, zoals zout en verzadigd vet, te reduceren. Tegelijkertijd blijven we het eten van goede producten, waaronder groente, stimuleren.”

Bron: Levensmiddelenkrant

section1_page10_article4_1.jpg