UTRECHT – Uit onderzoek van ProVeg bleek vorige maand dat inmiddels 54% van de op vlees lijkende vleesvervangers voldoet aan het zoutcriterium van het Voedingscentrum. Uit de diepte-analyse van de data blijkt nu dat vooral huismerk vleesvervangers het heel goed doen.
De voedingswaarde van de huismerk vleesvangers is in de afgelopen twee jaar echt verbeterd. Steeds meer vleesvervangers zijn een gezondere keuze dan het vlees dat ze vervangen. Het Lidl-huismerk komt als duidelijke winnaar naar voren, maar liefst tien van de elf onderzochte producten (91%) voldoen aan de richtlijnen van de Schijf van Vijf. Aldi volgt Lidl op, daarna komen Garden Gourmet, Go Vega! (het huismerk van Superunie-supermarkten) en Jumbo. Allemaal doen ze het gemiddeld beter dan onbewerkt dierlijk vlees. “We zien dat steeds meer supermarkten beleid voeren op het gezonder maken van hun vleesvervangers. Lidl is hierin een koploper, zowel wat assortiment als de communicatie daarover betreft”, aldus Martine van Haperen, expert voeding en gezondheid bij ProVeg.
Categorieën
Vooral op het gebied van rood en bewerkt vlees zijn de vleesvervangers vaak een gezondere keuze dan het vlees dat ze vervangen. De volgende producten scoren gemiddeld beter op de criteria van het Voedingscentrum voor vleesvervangers dan vergelijkbare dierlijke vleesproducten: plantaardige burgers, rulgehakt, gehaktballetjes, nuggets, worst, shoarma en spek. Voor shoarma en nuggets zijn de plantaardige producten qua score vergelijkbaar met hun dierlijke tegenhangers. Enkel bij vers gehakt, kipstukjes, kipfilet en schnitzel behalen dierlijke varianten gemiddeld een iets hogere score. Desondanks zijn er in deze categorieën ook veel vleesvervangers die voldoen aan alle criteria van de Schijf van Vijf.
Verdrievoudigd
De laatste keer dat er onderzoek werd gedaan naar vleesvervangers, was in 2023. Sindsdien is het aantal vleesvervangers dat voldoet aan alle criteria van de Schijf van Vijf verdrievoudigd van 9% naar 26%. Bij de criteria die te maken hebben met het risico op leefstijlziekten – zout, suiker en verzadigd vet – voldoet maar liefst 35% van de vleesvervangers aan de gestelde criteria. Bij dierlijke producten voldoet maar 11% hieraan. Van Harperen: “Voor retailers en de foodservicesector duidt deze ontwikkeling op een strategische kans. Het opnemen van plantaardige alternatieven in het assortiment kan zowel bijdragen aan duurzaamheidsdoelstellingen als inspelen op de groeiende vraag naar gezondere voedingsopties, zonder concessies te doen aan het aanbod van eiwitrijke producten.”
Bron: Levensmiddelenkrant